This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Vrijheid en gelijkheid!
2.1 De macht van de koning
Slide 1 - Slide
7. Pruiken en Revoluties
Slide 2 - Slide
L'État, c'est Moi
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.
Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht.
Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
Dat geeft geen ruimte om te twijfelen aan de koning.
De staat (= het land), dat ben ik.
Slide 3 - Slide
De Zonnekoning
Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. Hij werd koning toen hij 5 jaar was.
Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had. Daarom liet hij machtige edelen verplicht bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.
Pak je smartphone of tablet en klik op de link om het paleis van Versailles van binnen te bekijken!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Standenmaatschappij
Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
Slide 6 - Slide
De 1e stand
De geestelijkheid: mensen van de kerk.
Hadden veel rechten en voorrechten (kerkfuncties) en het niet hoeven betalen van belasting.
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters (landbouwgrond, abdijen en kloosters).
Slide 7 - Slide
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel.
Hadden veel rechten en voorrechten (bestuursfuncties) en het niet hoeven betalen van belasting.
De edelen bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters (paleizen en kastelen).
Slide 8 - Slide
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde.
Er zijn in de 3e stand grote onderlinge verschillen: je had de rijke burgerij maar ook arme boeren.
Had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belastingbetalen en hadden geen rechten, bijvoorbeeld geen bestuursfuncties.
Slide 9 - Slide
De Verlichtingvanaf ±1700
Manier van denken uit de zeventiende en achttiende eeuw. Mensen willen hun kennis vergroten, door steeds meer uit te gaan van het eigen verstand. Voorheen luisterde men kritiekloos naar de Kerk voor kennis en uitleg.
Hierdoor ontstaat er bij de mensen (vooral 3e stand) steeds meer kritiek op de koning, de Kerk en de standenmaatschappij.
Slide 10 - Slide
Oude denkwijze (<18e eeuw)
afkomstig van filosofen Oudheid en/of de Kerk + Bijbel
Alle mensen zijn verschillend (drie standen, allen verschillende rechten / privileges)
De Verlichting (18e eeuw)
afkomstig van zelf onderzoek doen, kritisch zijn, ratio (= verstand)
"Alle mensen zijn gelijk (geen standen, iedereen recht op baan in bv. het bestuur)"
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 1 (oud denkbeeld)
Leiders van het volk (koningen) hebben hun macht te danken aan god.
Je kunt geen kritiek hebben op koningen is dus gelijk aan kritiek hebben op god.
Rousseau (Verlichter)
"Leiders van het volk hebben hun macht te danken aan het volk.
Je kunt wel kritiek hebben op koningen, koningen moeten goed voor het volk zorgen."
Slide 12 - Slide
Voorbeeld 2 (oud denkbeeld)
Alle macht ligt in handen van één persoon (de koning).
De macht van de koning wordt niet gecontroleerd (= absolutisme).
Montesquieu (Verlichter)
"Alle macht moet in handen liggen van drie machten (Trias Politica).
Die machten kunnen elkaar dan controleren en in balans houden."
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Misoogst
1788
Door mislukte oogsten waren de graan- en broodprijzen enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.
Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.
Slide 15 - Slide
Frankrijk gaat failliet
mei 1789
Feesten, hofhouding, bestuur en oorlogen kosten veel geld, dus het geld is op.
Koning Lodewijk XVI wil graag meer inkomsten, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal (vergadering van 3 standen) bij elkaar.
Slide 16 - Slide
Bijeenkomst Staten-Generaal
mei 1789
De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren
Helaas: er gebeurt weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel (2e) en de geestelijkheid (1e stand) mee.
De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en vertrekken.
Slide 17 - Slide
Eed op de kaatsbaan
juni 1789
De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Op een kaatsbaan (= soort tennisbaan) spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.
Slide 18 - Slide
Bestorming van de Bastille
14 juli 1789
De koning stuurt het leger om Nationale Vergadering uit elkaar te slaan.
Het Franse volk bestormt de Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag.
De Franse Revolutie is begonnen, en slaat over op andere delen van het land!