Les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesprogramma

1. Diatoetsen afmaken (Jolijn, Timur, Martyna, Julia, Bente, Jennifer)

2. Fictie, wat is dat ook alweer?

3. Gezamenlijk lezen => Fictie blok 3 'Wou je nog meer?' + verhaal met elkaar uitpluizen op basis van de leerdoelen

fictie

lesdoel

Je gaat leren hoe je personages uit een verhaal kunt beschrijven.

Je gaat leren wat hoofdpersonen en bijfiguren (helper/tegenstander) zijn.

Dit verhaal past bij mijn eigen leesvoorkeur.

1. ja
2. nee
3. een beetje

Hoe weet je dat dit verhaal zich niet in Nederland afspeelt? Noteer 3 aanwijzingen uit de tekst.

Michael zegt over zichzelf dat hij niet op zoek was naar problemen, maar daar door zijn lengte gewoon altijd tegenaan loopt.
a. Wat kan deze uitspraak zeggen over Michaels uiterlijk?
b. Neem een zin over uit het verhaal waaruit je kunt opmaken hoe het precies zit.

In regel 18 vertelt Michael dat hij een geheim heeft. Wat is dat geheim?

Hoe staat Michaels moeder tegenover zijn geheim?

1. Ze vindt het super leuk.
2. Ze wil dat het geheim blijft.
3. Ze ziet er de voor- en nadelen van.
4. Ze is jaloers op Michael.

Hoe realistisch vind jij dit verhaal?
0 = niet realistisch 10 = heel realistisch

010

Wat is in ‘Wou je nog meer?’ het probleem van de hoofdpersoon?

Welke bijfiguur uit het verhaal kun je omschrijven als een helper?

1. Taylor
2. Wade
3. mr. Dallstrom
4. Jack

Wat heb je geleerd?
Leerdoel: Hoe je personages uit een verhaal kunt beschrijven.
Waar kun je het dan allemaal over hebben?

Wat heb je geleerd?
Leerdoel: Hoe je personages uit een verhaal kunt beschrijven.
Waar kun je het dan allemaal over hebben?

Ik weet nu wat helpers en tegenstanders zijn in een verhaal.

😒🙁😐🙂😃