Schrijf in je schrift de blauwe woorden op van 9.3
Schrijf daarachter de betekenis
timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
This lesson contains 18 slides, with text slides.
Items in this lesson
Startopdracht
Schrijf in je schrift de blauwe woorden op van 9.3
Schrijf daarachter de betekenis
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Basisstof 3 Glucose als grondstof
Slide 2 - Slide
Waar gaat deze bassistof over?
Energierijke en energiearme stoffen
Fotosynthese en verbranding
De vorming van energierijke stoffen
De functie van assimilatieproducten
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven onder welke omstandigheden fotosynthese en verbranding plaatsvinden.
Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies zijn van deze stoffen.
Slide 4 - Slide
Inleiding
Een plant heeft koolstofdioxide, mineralen en water nodig. Hiermee kan de plant eiwitten, koolhydraten, vetten en vitaminen maken. Dat is handig voor de plant, maar ook voor de mens en andere organismen.
Slide 5 - Slide
Energiearm/rijke stoffen
Energiearme stoffen
- koolstofdioxide, water, mineralen.
Energierijke stoffen
- Koolhydraten (glucose), eiwitten, vetten
Bomen:
-houtstof --> houtstof is energierijk (bevat glucose)
Slide 6 - Slide
FOTOSYNTHESE
Fotosynthese
Slide 7 - Slide
Hoe maakt een plant glucose?
Bladgroenkorrels --> fotosynthese
Wanneer : In het licht vinden fotosynthese en verbranding plaats.
Nodig voor fotosynthese:
Koolstofdioxide
Water
Zonlicht
Producten van fotosynthese:
Glucose
Zuurstof
Slide 8 - Slide
Energie maken
Slide 9 - Slide
Energie maken
Glucose opslag --> voeding
Slide 10 - Slide
Hoe vind verbranding plaats in een plant ?
In alle cellen van een plant --> Verbranding
Wanneer: In het donker vindt alleen verbranding plaats._
Nodig voor Verbranding:
Glucose ( die gemaakt is door fotosynthese)
Zuurstof
Producten van Verbranding:
Koolstofdioxide
Water
Energie vrij
Slide 11 - Slide
Organismes
Eten energie
Koolhydraten, eiwitten, vetten
Verbranden energie
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
De functie van assimilatieproducten
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Slide 14 - Slide
Brandstoffen
Brandstoffen worden verbruikt bij de verbranding. Vooral glucose is een belangrijke brandstof. De glucose die niet als brandstof nodig is, wordt gebruikt voor de assimilatie van andere stoffen.
Slide 15 - Slide
Bouwstoffen
Bouwstoffen worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel). Eiwitten zijn bijvoorbeeld nodig voor de vorming van DNA en cellulose is nodig voor de vorming van celwanden.
Slide 16 - Slide
Reservestoffen
Reservestoffen, vooral zetmeel, worden opgeslagen voor later.