Uitleg gerund, 6/4/21 (1)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Today

1. Rewind; previous lesson

2. uitleg grammar: gerund

3. practise

4. work

5. rounding off

1. Aan het einde van deze les weet je wat een gerund is.

2. Aan het einde van deze les weet je hoe je een gerund moet gebruiken. 

Grammar: uitleg
- Wat is een werkwoord ?

Bij ontleden:
- Wat is een onderwerp?

Bij ontleden:
- Wat is een lijdend voorwerp?

Werkwoord of niet?
READING a book at night always helps me sleep.

Onderwerp of werkwoord?
CYCLING is fun!

Werkwoord of niet?
WATCHING series is one of my favourite things.

Werkwoord of niet?
She doesn't like DOING homework by herself.

Gerund

The gerund is een werkwoordvorm (werkwoord + -ing) dat gebruikt wordt als ZELFSTANDIG NAAMWOORD

* als ONDERWERP van de zin

* als LIJDEND VOORWERP in de zin: Charlotte likes PLAYING tennis

Gerund

The gerund is een werkwoordvorm (werkwoord + -ing) dat gebruikt wordt als ZELFSTANDIG NAAMWOORD

* na werkwoorden die aangeven wat je wel of niet leuk vindt: 'Like, love, hate, dislike, fancy', enz. 

* na werkwoorden die te maken hebben met je zintuigen:

'see, watch, hear, smell, feel' 

* na voorzetsels: 'about, at, on, in', enz. 

Work!

      Unit 5, lesson 2:

      Exc. 16, 17

Hoe

Voor jezelf, muziek mag.

Hoe lang:

De rest van de les.

Klaar?

Doe dan iets voor jezelf.

Rounding off:
Leg in je eigen woorden uit wat een gerund is.

Gerund & Infinitive

Gerund

Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

 1. Als het onderwerp van de zin.

Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels. 
Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)

Example: I love going to the movies. 

Thanks for inviting me to the party!

1. Onderwerp
2. Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
3. Voorzetsels

Smoking is forbidden in this school.

1. Onderwerp
2. Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
3. Voorzetsels

I enjoy spending time with you.

1. Onderwerp
2. Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
3. Voorzetsels

Gerund

Je gebruikt de '-ing vorm' ook als een soort zelfstandig naamwoord:

1. Na werkwoorden die 'begin', 'einde', of 'doorgaan' aangeven. (start, begin, finish, go on, etc.)

Example: Everybody had finished writing. 

2. Na een aantal andere werkwoorden. (delay, postpone, put off, imagine, consider, avoid, etc) 

Example: I put off learning vocabulary for a whole week.

3. Na een aantal uitdrukkingen. (it's no good, it's no use, it's worth, can't help, to be busy, etc)

Example: She can't help singing all day long. 

It's worth trying to sell it.

1. Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
2. Uitdrukkingen
3. Andere werkwoorden

He put off seeing her.

1. Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
2. Uitdrukkingen
3. Andere werkwoorden

Gerund = hele werkwoord als
zelfstandig naamwoord