Interbellum

• Mens & Maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Interbellum

Welke belangrijke momenten waren er?

Hoe ging het in Nederland?

Wat gebeurde er aan het eind van WOI?

In welk jaar werd het verdrag van Versailles getekend?

1. 1918
2. 1919
3. 1920
4. 1921

Wat moest Duitsland NIET doen na WOI?

1. Inleveren van 15% van haar land (10% van de mensen)
2. Duitsland had invloed op de afspraken die er gemaakt werden.
3. Duitsland moest erkennen alleen schuldig te zijn.
4. Duitsland moest de herstelkosten terug betalen.

Wat gebeurd er in Nederland?

In dit liedje worden in het begin een aantal problemen aangegeven. Wat was geen probleem?

1. Veel werkeloosheid
2. Hongersnood
3. Crisis (weinig geld)
4. Bioscopen werden gesloten.

Wat valt je op bij deze foto van een bioscoop?

Films waren in het zwart/wit en zonder geluid. Er was bij sommige films live muziek. 

De eerste muziekfilm kwam uit in 1927. 

In 1935 kwam de eerste volledige film in kleur uit. 

Mochten vrouwen studeren?

1. Ja
2. Nee

Aletta Jacobs werd arts. Voor welke doelgroep werd ze arts?

Sinds wanneer is er vrouwenkiesrecht?
(3 jaar later mochten vrouwen voor het eerst kiezen).

1. 1900 (1903)
2. 1919 (1922)
3. 1917 (1920)
4. 1950 (1953)

Zijstapje...
Sinds wanneer mogen alle mannen stemmen?

Kiesrecht voor mannen

Sinds 1948 hebben mannen stemrecht: 

=> als je invloed hebt

=> Als je een bepaald inkomen hebt

=> Dit waren 11% van de mannen.

Sinds 1917 hebben alle mannen stemrecht

=> 23 jaar of ouder

Sinds 1919 is er algemeen kiesrecht vanaf 23 jaar. 

Laatste gat wordt gedicht.

1932 eerste fietsers fietsen voer de afsluitdijk.

 

Voor de vissers: door de afsluitdijk wordt Zuiderzee het IJsselmeer. Niet meer zout, maar zoet water.

De afsluitdijk zorgt ervoor dat dorpen niet meer overstromen. Het maak het mogelijk om extra land droog te maken (later Flevoland)

Crisisjaren

Duitsland had door de terug betalingen te maken met een hyperinflatie. Wat is dit?

1. Het geld werd steeds meer waard. (Je kan meer kopen voor hetzelfde geld)
2. Het geld werd steeds minder waard. (Je kan minder kopen voor hetzelfde geld)

Sinds 1935 is er bij KLM voor het eerst een stewardess. Wat was er nog niet in deze tijd?

1. Roken in het vliegtuig
2. Geen gordels
3. reddingsvesten aanwezig
4. Laag vliegen