3.2 fasen van water

Fasen van water
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fasen van water

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhaling H3.1
Uitleg H3.2
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Herhaling H3.1
  •  Zonder water kun je niet leven.
  •  Je lichaam bestaat voor twee derde deel uit water.
  •  70% van de aarde is bedekt met water.
  •  Zeewater is het water in zeeën en oceanen.
  •  Regenwater valt uit de wolken op het land.
  •  Het water in de grond noem je grondwater.
  •  Het water in rivieren, meren en sloten noem je oppervlaktewater.
  •  Het water uit de kraan is drinkwater.
  •  Het waterbedrijf zorgt voor drinkwater uit de kraan.
  •  Het installatiebedrijf legt waterleidingen, gasleidingen en verwarmingen aan.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water bevriest (stolt) of ijs smelt. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert. 
Je kunt beschrijven wat stoom is. 

Slide 4 - Slide

Let op: Waterdamp zelf is niet zichtbaar=water in gasvormige toestand 
Vast(ijs)
Vloeibaar(water)
Gas(waterdamp)
3 fasen van water:

Slide 5 - Slide

4 fase-overgangen van water
Een stof kan veranderen van de ene fase in de andere:
Stollen/bevriezen
smelten
verdampen
condenseren

Slide 6 - Slide

Stollen
Een vloeistof wordt een vaste stof → stollen of ook wel bevriezen. 

Denk aan kaarsvet! Als een kaars afkoelt, wordt het weer vast. 

Slide 7 - Slide

Smelten
Een vaste stof wordt een vloeistof.

Chocola of ijs smelten. 

Slide 8 - Slide

Verdampen
een vloeistof wordt een gas!

(Let op, de gas die je ziet is geen waterdamp!) 

Parfum is ook een mooi voorbeeld.

Slide 9 - Slide

Condenseren
Een gas wordt Vloeistof!


Denk aan de spiegel in de badkamer als je gedoucht hebt

Slide 10 - Slide

4 fase-overgangen van water
Een stof kan veranderen van de ene fase in de andere:
Stollen/bevriezen (water naar ijs)
smelten (ijs naar water)
verdampen (water naar waterdamp)
condenseren (waterdamp naar water)

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water bevriest (stolt) of ijs smelt. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert. 
Je kunt beschrijven wat stoom is. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Boek 3.2: maken 
opdracht 1 t/m 14
+ nakijken

Online: flitskaarten en Test jezelf
Waterdamp
of
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Onthoud
• De fase is de toestand van de stof op dat moment.
• De drie fasen van water zijn:
– vaste fase (ijs);
– vloeibare fase (water);
– gasvormige fase (waterdamp).
• Bij een fase-overgang verandert de fase van een stof.
• De vier fase-overgangen van water zijn:
– smelten: veranderen van ijs naar water;
– stollen (bevriezen): veranderen van water naar ijs;
– verdampen: veranderen van water naar waterdamp;
– condenseren: veranderen van waterdamp naar water.

Slide 14 - Slide