• De fase is de toestand van de stof op dat moment.
• De drie fasen van water zijn:
– vaste fase (ijs);
– vloeibare fase (water);
– gasvormige fase (waterdamp).
• Bij een fase-overgang verandert de fase van een stof.
• De vier fase-overgangen van water zijn:
– smelten: veranderen van ijs naar water;
– stollen (bevriezen): veranderen van water naar ijs;
– verdampen: veranderen van water naar waterdamp;
– condenseren: veranderen van waterdamp naar water.