h5 en h6 afsluiting

Extra klassikale uitleg
 Polity:
· Conflictmodel
· Harmoniemodel
· Poldermodel
· Materialisme-postmaterialisme
 Internationalisme (kosmopolitisme) versus nationalisme
· Legitiem politiek systeem
· Partijenmodel
· Fascisme
· Pragmatisch
· Aggregatie











1 / 11
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Extra klassikale uitleg
 Polity:
· Conflictmodel
· Harmoniemodel
· Poldermodel
· Materialisme-postmaterialisme
 Internationalisme (kosmopolitisme) versus nationalisme
· Legitiem politiek systeem
· Partijenmodel
· Fascisme
· Pragmatisch
· Aggregatie











Slide 1 - Slide

Polity, politics & policy
Politics zijn de processen waarlangs conflicten worden opgelost via strijd en consensus

Policy is het beleid over hoe de samenleving eruit zou moeten zien en welke middelen hiervoor nodig zijn
Polity Gehele politieke gemeenschap: Burgers, pressiegroepen, rechterlijke macht, ambtenaren

Slide 2 - Slide

Harmoniemodel 

  • Nadruk op overleggen en er samen uitkomen 
  • Samenwerking 

  • NL versie: Poldermodel
Conflictmodel 

  • Behalen van eigen doelen en belangen 
  • Conflict 

Slide 3 - Slide

Politieke dimensies
Politieke standpunten richten zich op een viertal dimensies:

Links-rechts (overheidsbemoeienis)
Progressief – conservatief (vrijheid in ethische kwesties)
Nationalisme – internationalisme( kosmopolitisme) (intern of extern gericht)
Materialisme – postmaterialisme (tastbaar of abstract)





Slide 4 - Slide

Representatie en representativiteit
Bij representatie gaat het om een situatie waarin een groep vertegenwoordigd wordt
Bij representativiteit gaat het om
de kwaliteit van de representatie

Slide 5 - Slide

Politieke Representatie:
  • Volkssoevereiniteit: Bevolking als hoogste gezag.
  • Volksvertegenwoordigers: Gekozen vertegenwoordigers van het volk.
  • Afspiegelingsmodel: Vertegenwoordiging van diverse bevolkingsgroepen.
  • Rolmodel: Modelfiguur in de politiek.
  • Partijenmodel: Vertegenwoordiging via politieke partijen.

Slide 6 - Slide

Ideologieën of stromingen:
  • Liberalisme: Nadruk op individuele vrijheid.
  • Socialisme: Streven naar sociale gelijkheid.
  •  Confessionalisme: Religieuze basis in politiek.
  • Christendemocratische: Christelijke waarden in politiek.
  • Populisme: Nadruk op volk tegen elite.
  • Pragmatisme: Nadruk op praktische benadering.
  • Single-issuepartijen: Focus op één specifiek onderwerp.
  • Conservatisme: Behoud van traditionele waarden.
  • Fascisme: Autoritair nationalisme.

Slide 7 - Slide

Fascisme
Kenmerken fascisme:
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén leider principe
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair

Slide 8 - Slide

FASCISME EN NAZISME

extreem rechts
volk en vaderland is superieur
het volk is één en zorgt op natuurlijke wijze voor binding
VERSCHIL: wie mag er bij de groep/het volk horen
fascisten baseren het antwoord op de cultuur van het volk (nurture) en nazisten leggen nadruk op aangeboren kenmerken van het volk (nature)

Slide 9 - Slide

5 Functies van politieke partijen:
  1.  Rekrutering en selectie: Werven en kiezen van politieke kandidaten.
  2. Mobilisatie: Activering van kiezers en steun.
  3. Articulatie: Uiten van belangen en standpunten.
  4. Aggregatie: Samenvoeging van diverse belangen.
  5. Communicatie: Overbrengen van politieke boodschappen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video