Inleiding, middenstuk en slot

Vorige les?
Zinsontleding, wat is dat ook alweer?
PV-ONW-LV-GEZ
De jongen schreef een liefdesbrief aan zijn vriendin
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vorige les?
Zinsontleding, wat is dat ook alweer?
PV-ONW-LV-GEZ
De jongen schreef een liefdesbrief aan zijn vriendin

Slide 1 - Slide

Nieuw onderwerp -> Begrijpend lezen


Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Aan het eind van deze les kunnen jullie:
* De inleiding, kern(middenstuk) en het slot aanwijzen in de tekst.
* De hoofdgedachte/onderwerp uit een tekst halen.

Slide 3 - Slide

De opbouw van een tekst
Een tekst bestaat altijd uit de volgende delen:
1. De inleiding
2. Het middenstuk
3. Het slot

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Hoe noem je het eerste deel van een tekst
A
kern
B
middenstuk
C
slot
D
Inleiding

Slide 6 - Quiz

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 7 - Quiz

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?
A
Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
B
Inleiding, slot en hoofdgedachte
C
Inleiding, middenstuk en slot
D
Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Slide 8 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 9 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een tekst
B
De titel
C
Een onderwerp van een alinea
D
De schrijver van een tekst

Slide 10 - Quiz

Wat is NIET waar?
Een alinea....
A
..begint altijd op een nieuwe regel.
B
....springt soms bij de eerste regel een beetje in.
C
......gaat over een deel van het onderwerp.
D
.....heeft altijd een tussenkopje.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Wat is de hoofdgedachte /onderwerp van de tekst?
A
hetzelfde als de titel
B
hetzelfde als het onderwerp
C
In één zin het belangrijkste uit de hele tekst.

Slide 13 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte uit de volgende alinea?

Het dagelijks spelen van games zou geen invloed hebben op het sociale leven van jongeren. Directe familie en vrienden lijden er niet onder. Frequente gamers telefoneren evenveel als jongeren die weinig gamen.
A
Directe familie en vrienden lijden er niet onder
B
het dagelijks spelen van games zou geen invloed hebben op het sociale leven
C
Frequente gamers telefoneren evenveel als jongeren die weinig gamen.

Slide 14 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte uit de volgende alinea?
Jongeren zoeken vrienden die op henzelf lijken. Een jongere die zichzelf extravert en vriendelijk vindt, gaat opzoek naar vrienden met die eigenschappen. Dat is de conclusie van Maarten Selfhout, onderzoeker bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.
A
Jongeren zoeken vrienden die op henzelf lijken.
B
Een jongere die zichzelf extravert en vriendelijk vindt, gaat opzoek naar vrienden met diezelfde eigenschappen.
C
Dat is de conclusie van Maarten van Selfhout, onderzoeker bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Slide 15 - Quiz

Nu samen aan de slag!

Slide 16 - Slide