Lees in tweetallen de tekst verder en
markeer het beeldend taalgebruik.
Maak daarna in hetzelfde tweetal de tekstgerichte vraag:
Hoe gaat het verder met de kinderen tussen die ijzingwekkend hoge bergmuren? Schrijf het verhaal een stukje verder. Jullie mogen het helemaal zelf bedenken, maar er is 1 regel: gebruik zoveel mogelijk beeldend taalgebruik (laat de lezer zien, horen, proeven, voelen en ruiken).