H3A P3 1203 Leesvaardigheid en hh toetsstof

Havo 3
Welkom
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Havo 3
Welkom

Slide 1 - Slide

Fijne vakantie gehad?

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Leesvaardigheid ('gatentekst' op papier, is ook huiswerk) OF extra instructie woordsoorten OF tekst "Altijd aan het werk"
  2. Wat moet je kennen? Toetsstof doornemen
  3. Bespreking boektoets Tafel vol Vlinders




Slide 3 - Slide

Lesdoel


Aan het eind van de les heb je gewerkt aan  een toetsonderdeel naar keuze

Slide 4 - Slide

Hoe werkt de gatentekst ?
  • Lees de tekst in stilte
  • Vul op de open plekken woorden in die passen in de context
  • Onderstreep de signaalwoorden
  • Klaar? 
  • Vergelijk je antwoorden met die van andere lln. Welke verschillen? Welk woord past het beste?

Slide 5 - Slide

Gatentekst of tekst Werk

  • Klaar? 
  • Vergelijk je antwoorden met die van andere lln. Welke verschillen? Welk oplossing past het beste?
timer
25:00

Slide 6 - Slide

Extra oefening woordsoorten

Slide 7 - Slide

Extra oefening: woordsoorten
  1. Maak een zin met minimaal een zn, bn, bijw, kww en aanw.vnw
  2. Maak een zin met minimaal een zn, bez. vnw, telw, zww, pers vnw

Slide 8 - Slide

Extra oefening: woordsoorten
  1. Maak een zin met minimaal een zn, bn, bijw, kww en aanw.vnw 
  2. => Die grote man werd nu president.
  3. Maak een zin met minimaal een zn, bez. vnw, telw, zww, pers vnw
  4. => Jouw broer geeft mij drie ijsjes.

Slide 9 - Slide

Hoe doe je dit?
  • Kijk eerst naar belangrijke woordsoorten, zoals ww / zn / pers. vnw
  • Begin daar een zin mee
  • Voeg de extra informatie toe: bijw / bez vnw / vz 
  • Wat mis je nog? Kun je dat nog toevoegen?

Slide 10 - Slide

Kww, zww, hww
  • kww koppelt eigenschap aan ow (hij is rijk, zij wordt rood, hij blijkt de baas te zijn)
  • zww is de handeling / actie van de zin (zingen, kopen, kijken, schieten)
  • hww zorgt voor een bepaalde tijd, mogelijkheid of plicht (heeft gebeld, moet rennen, kan koken)

Slide 11 - Slide

Jeetje, hij herinnerde zich niet dat hij veel films had gedownload. 
  • Jeetje
  • hij
  • zich
  • niet
  • dat
  • veel
  • had
  • gedownload

Slide 12 - Slide

Jeetje, hij herinnerde zich niet dat hij veel films had gedownload. 
  • Jeetje: tsnwps
  • hij: pers vnw
  • zich: wed.vnw
  • niet: bijw
  • dat: voegw
  • veel: telw
  • had: hulpww
  • gedownload: zww

Slide 13 - Slide

Je kunt dat prachtige schilderij zien in het Mauritshuis in Den Haag
  • kunt
  • dat
  • prachtige
  • in
  • het
  • Den Haag

Slide 14 - Slide

Je kunt dat prachtige schilderij zien in het Mauritshuis in Den Haag
  • kunt: hulpww
  • dat: aanw.vnw
  • prachtige: bijv.nw
  • in: vz
  • het: lw
  • Den Haag: zn

Slide 15 - Slide

Toetsstof Nederlands
Pak je boek erbij! 

Slide 16 - Slide

Hst. 5 en 6:
  • Leesvaardigheid: betrouwbaarheid en kritisch lezen / functiewoorden
  • Woordenschat: uitdrukkingen met tegenstellingen & synoniemen / vaste combinaties
  • Grammatica zd: lijdende & bedrijvende vorm / ambigu taalgebruik
  • Grammatica woordsoorten: tussenwerpsel
  • Spelling: leestekens

Slide 17 - Slide

Welke vragen heb je nog?

Slide 18 - Slide

Boektoets Tafel vol Vlinders
Puntentelling: 12 punten in totaal
Cijfer delen door 1,2

Slide 19 - Slide

Dictee

Slide 20 - Slide

Dictee
  • equivalent
  • gegadigde
  • nijver
  • hand-en-spandiensten
  • re-integratieproject
  • op zijn lauweren rusten
  • haviken

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Slide