Examenvoorbereiding

Examenvoorbereiding 
Het examen Nederlands:
  • De stof:
Leesvaardigheid, formuleren, argumentatievaardigheden, (spelling).
  • Dag /tijdsduur:
    Donderdag 15 mei 2025
    13:30 - 16:30 uur Nederlands havo
  • Meenemen:
    - Verschillende kleuren markeerstiften
    - Woordenboek

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Examenvoorbereiding 
Het examen Nederlands:
  • De stof:
Leesvaardigheid, formuleren, argumentatievaardigheden, (spelling).
  • Dag /tijdsduur:
    Donderdag 15 mei 2025
    13:30 - 16:30 uur Nederlands havo
  • Meenemen:
    - Verschillende kleuren markeerstiften
    - Woordenboek

Slide 1 - Slide

Het examen Nederlands:

  • De teksten:
- Meestal 1 langere tekst en 3 kortere teksten, tekstfragmenten.
- Vrijwel altijd een overwegend betogende/ beschouwende tekst i.v.m. argumentatievaardigheden.

 

Slide 2 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Hoe het examen indelen voor jezelf:
    Totaal: 180 minuten 

    Reserveer ongeveer 80 minuten voor de lange tekst
    Verdeel de overige 100 minuten over de andere 3 teksten

Slide 3 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Leesstrategieën:
    Ronde 1:
    Lees verkennend: titel, inleiding, slot. 
Je weet nu:
- Waar de tekst over gaat
- Wat de tekstsoort is
- Je het hebt een idee over de hoofdgedachte

Slide 4 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Leesstrategieën:
Ronde 2:
Lees de tekst nauwkeurig.
- Probeer de structuur van de tekst te herkennen
- Markeer kernzinnen 
- Zet een streepje op plekken waar een nieuw stuk begint
- Markeer signaalwoorden
- Markeer namen van personen die geciteerd of geparafraseerd worden. 

Slide 5 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Leesstrategieën:
Ronde 2:
Lees de tekst zoekend, studerend en kritisch aan de hand van de vragen in de gegeven volgorde. 

- Slechts enkele vragen gaan over de héle tekst
- De meeste vragen volgen de tekst van inleiding naar slot
- Veel vragen gaan over één of meerdere alinea's. Kijk goed over wélke alinea's de vraag gaat en wáár het antwoord uit gehaald moet worden. 


Slide 6 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Soorten vragen:
    Meerkeuze vraag
    Functiewoorden kiezen
    Soort argument of drogreden kiezen
    Deeltitels plaatsen
    Open vragen
    Open vragen over vergelijken van tekstfragmenten met de hoofdtekst 
    Samenvatten in een schema (argumentatiestructuur, redenering van tekstgedeelte).


Slide 7 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Spelling: 

Bij alle open vragen wordt de spelling en formulering beoordeeld. 

Voor spelfouten en formuleerfouten worden bij alle antwoorden op open vragen scorepunten in mindering gebracht. 

TIP: blijf bij het formuleren van een antwoord op een open vraag zo dicht mogelijk bij de tekst. Dan maak je minder spel-, en formuleerfouten. 

Slide 8 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Woordenboek:
- Als je betekenis van een woord niet weet pas je eerst woordraadstrategieën toe. 
- Pak je woordenboek erbij als dat nodig is om de vraag te kunnen beantwoorden.
- Pak je woordenboek erbij als je anders de tekst niet begrijpt. 
- Leer de betekenis van de woorden uit 17.4  (blz. 208), deze komen veel voor op het examen. 

Slide 9 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Het examen voorbereiden:
    - Neem hoofdstuk 17 "examen" uit het Vakboek goed door
    -  Neem de hoofdstukken 2,3,5,6 en 10 nog eens door
    - Oefen met het hoofdstuk "examentraining", Talent of in de online leeromgeving van Talent.
    - Oefen in examify of oefen een oud examen van 'examenblad'.

Slide 10 - Slide

Het examen Nederlands:
  • Oefenen met functiewoorden:

https://play.blooket.com/host?id=6661fec1286c4be8fe1b1842

Slide 11 - Slide

Het examen Nederlands:

Slide 12 - Slide