This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Bonjour
T1B
Bonjour T1C
Slide 1 - Slide
Programme
pour la leçon 28
Aujourd'hui (=vandaag) :
Corrigé de l'exercice G page 51
Révision des bezittelijke voornaamwoorden
Les verbes aller + prendre
Compréhension orale et écrite sur d'Accord
mercredi 8 juin
Slide 2 - Slide
Exercice G page 51
votre anniversaire
mes parents
leurs devoirs
ses amis / ses copains
nos chaussures
ses frères
ton ordinateur
notre appartement
vos portables
leur professeur / leur prof
ses baskets
sa chambre
Slide 3 - Slide
Werk samen (2). Match objecten en mensen. Gebruik bezittelijke voornaamwoorden naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Schrijf tenminste 2 zinnen op jouw blad.
Exemple:
Mélanie et Pascal ont des livres. Leurs livres sont rouge et vert.
Slide 4 - Slide
Le verbe "aller"
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Le verbe "prendre"
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Supplément
Le verbe "aller", exercice D page 49: vervoeg het werkwoord "aller"
Le verbe "prendre", exercice E page 50
Als je klaar bent, ga naar Verbuga en oefen met de volgende werkwoorden: onregelmatige werkwoorden: avoir, aller, être, prendre / regelmatige werkwoorden: aimer, chercher, donner, parler, regarder, tomber
Slide 9 - Slide
Compréhension orale (=luisteroefening):
D'accord > Chapitre 4 > 4.5 > 2 + 3 + 4 + 5
Slide 10 - Slide
Devoirs pour jeudi 9 juin:
Apprendre (=leren):
Supplément, p. 48 + 49 : aller + prendre
Quizlet 4-1 (F=>N) + 4-2 + 4-4 aller et prendre (N=>F)