Spijsvertering - anatomie

1 / 49
next
Slide 1: Slide
Anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal?
A
Slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
B
Maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
C
Dunne darm, dikke darm, slokdarm, maag
D
Slokdarm, dunne darm, dikke darm, maag

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt de keelholte ook wel genoemd?
A
farynx
B
larynx
C
lobus
D
mediastinum

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je?
Oesofagus
Hepar
Colon
Galblaas
Gastro
Pancreas
Dunne darm
Anus
Appendix

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Keelholte-farynx

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bij het slikken bevindt de huig zich in stand ... en het strotklepje in stand ...
A
1 en 1
B
2 en 2
C
1 en 2
D
2 en 1

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat sluit de huig af?
A
de neusholte
B
de luchtpijp

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waar ligt de slokdarm?
A
voor de luchtpijp
B
achter de luchtpijp

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke spierlagen bestaat de slokdarm?
A
Kringspieren
B
Lengtespieren
C
Kringspieren en lengtespieren
D
Hartspierweefsel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht:
Teken de maag en verwerk (benoemen) de onderdelen cardia,
fundus, corpus, antrum, pylorus, carvatura minor, carvatura major.
Maak een foto en upload die hier.
timer
7:00

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat doet het hormoon gastrine?
A
Verteren van eiwitten
B
Zorgt voor opening van de pylorus
C
Stimuleert sapafscheiding en maagperistaltiek
D
Stimuleert langdurige maagsapsecretie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke stoffen bestaat maagsap?
A
Pepsinogeen
B
Gastrine
C
Zoutzuur
D
Slijm

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Van welke 3 factoren is de productie van maagsap afhankelijk?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

De maag heeft o.a. als taak:
A
opslag van het voedsel
B
kneden van het voedsel
C
verteren van voedingsvezels
D
basisch (alkalisch) maken van voedsel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In de maag vindt vooral afbraak plaats van
A
eiwitten.
B
koolhydraten
C
vetten
D
suikers

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de belangrijkste functie van het maagslijm?

A
activatie van enzymen
B
bescherming tegen maagzuur
C
doden van bacteriën
D
doden van bacteriën

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De functies van zoutzuur zijn
A
activeren van het onwerkzame pepsinogeen
B
Tast de eiwitten in het voedsel aan
C
Bescherming
D
activeert de aanmaak van maagsap

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang blijft je voedsel ongeveer
in je maag?
A
4 minuten
B
4 kwartier
C
4 uur
D
4 dagen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

waar vind je de pylorus?
A
bij de ingang van de maag
B
bij de uitgang van de maag

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 23 - Video

This item has no instructions

De twaalfvingerige darm is het bovenste gedeelte van de...
A
dunne darm
B
blinde darm
C
endel darm
D
dikke darm

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

een andere benaming voor 12-vingerige darm is
A
jejunum
B
colon
C
duodenum
D
ileum

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de belangrijkste functie van de dunne darm?
A
water opnemen
B
voedingsvezels verteren
C
het kneden van voedselbrij
D
voedingsstoffen opnemen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

In de dunne darm (1):

- 6m lang en opgebouwd uit drie delen: duodenum,  jejenum en ileum.
- papil van Vater

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

In de dunne darm (2):
In de dunne darm zijn drie sappen werkzaam voor vertering:
  1. het pancreassap uit de alvleesklier
  2. de gal, afkomstig uit de lever
  3. het darmsap door talrijke darmsapkliertjes

    Resorptie: opname van voedingsstoffen en geneesmiddelen die oraal zijn ingenomen in bloed- en lymfevaten.
    Oppervlaktevergroting door darmplooien, villi en microvilli.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

De enkelvoudige suikers en de aminozuren worden door de haarvaten van de darmvlokken opgenomen. Via de poortader worden ze vervolgens naar de lever getransporteerd.
De lymfevaten van de darmvlokken hebben grotere poriën zodat de vetten door die vaten, ook chylvaten genoemd, worden afgevoerd. Deze monden uit in de linker ondersleutelbeenader

Slide 32 - Link

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van de papil van Vater?
A
Hier vindt de vertering plaats
B
Hier worden afvalstoffen in opgeslagen
C
Hier komt de pancreasbuis en de galbuis samen
D
Dit is de opening naar de lymfevaten

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

In welk deel van de dunne darm begint de vertering?
A
Ileum
B
Duodenum
C
Jejenum
D
Colon

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt het meeste vocht uit de voedingsbrij gehaald?
A
12 vingerige darm
B
dikke darm
C
maag
D
dunne darm

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

een andere benaming voor dikke darm is
A
jejunum
B
colon
C
duodenum
D
ileum

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

ascendens
transversum
descendens
sigmoïd
rectum

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

In de dikke darm:
- 1,5 meter lang. 
- onverteerbare materiaal verder ingedikt door terugresorptie. 
- darmflora met zeer groot aantal bacteriën (o.a. de colibacteriën). Ze zorgen voor de rottings- en gistingsprocessen. 
- Enkele bacteriën zijn in staat om vitamine K te maken; vitamine K speelt een rol bij de bloedstolling. 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent terugresorptie?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de functies van de dikke darm?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

darmperistaltiek

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Darmperistaltiek

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Peristaltiek
Deze bewegingen van kring en lengtespieren die de bolus (voedselbrij) voortduwen vinden plaats in slokdarm, maag en darmen. 
1: kringspieren zijn samengetrokken
2: kringspieren zijn ontspannen

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

WEETJE DAT:
1 minuut nadat je je voedsel hebt doorgeslikt, komt het terecht in de maag.  
Na 2 tot 4 uur verlaat het voedsel de maag en komt het in de dunne darm 
Daar blijft het (verteerde) voedsel 3 tot 5 uur zitten.  
Vanuit daar gaat het voedsel naar de dikke darm, en dan duurt het nog 10 uur tot enkele dagen voordat je voedsel er weer uitkomt.  Al met al duurt het 24 tot 72 uur voordat je voedsel weer je lichaam verlaat. 

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Spelletje
http://www.timesup-game.com/

Slide 49 - Slide

This item has no instructions