Herhaling 2TV | lw en zn

Herhaling 
H2 Taalverzorging

lidwoord & zelfstandig naamwoord
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling 
H2 Taalverzorging

lidwoord & zelfstandig naamwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lidwoord
Er zijn drie lidwoorden:
- de
- het 
- een 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige naamwoorden 
- Woorden voor mensen, dieren,  dingen, planten en namen
- Je kunt er altijd de, het of een voor zetten
- Je kunt het verkleinen
  (boom-boompje | opa-opaatje)
- Je kunt het in enkelvoud/meervoud
   zetten
  (hond-honden | opa - opa's)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige naamwoorden 
Een zelfstandig naamwoord kan enkelvoud, meervoud, verkleinwoord enkelvoud of een verkleinwoord meervoud zijn. 

Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden! 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lidwoord + zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
boos
B
beker
C
muziek
D
groen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
woord
B
in
C
Berlijn
D
fietst

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Noteer het zelfstandige naamwoord.
'Wil jij het raam dichtdoen?'

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Dewi leest elke avond in haar favoriete boek.'

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Yula gaat in de zomer vaak zwemmen.'

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Ik kocht twee broeken en een t-shirt in de winkel'

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Noteer het zelfstandige naamwoord.
'Ik vind het gedicht heel mooi.'

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Wij gaan met de trein naar Maastricht.'

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Er hingen veel ... in de boom.
In de vakantie gingen we een dag naar ...
De ... kopte de bal in het doel.
appels
Rotterdam
voetballer

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

... plant
A
de
B
het

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

... beest
A
de
B
het

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

... katten
A
de
B
het

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

... fiets
A
de
B
het

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

... gebouw
A
de
B
het

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

... stadje
A
de
B
het

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

verkleinwoord
plant

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

meervoud
plant

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

verkleinwoord
beest

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

meervoud
beest

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

verkleinwoord
kat

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

meervoud
kat

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

verkleinwoord
fiets

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

meervoud
fiets

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

verkleinwoord
gebouw

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

meervoud
gebouw

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

verkleinwoord
stad

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

meervoud
stad

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Slide 33 - Link

oefenen lidwoord

Slide 34 - Link

This item has no instructions

Slide 35 - Link

This item has no instructions