This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5.3 - De sociale
kwestie
Slide 1 - Slide
Planning
Hulp aan de arbeiders
Rol van de overheid
Socialisme
Sociaaldemocraten
Huiswerk maken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er veranderde door sociale wetten.
Je kunt uitleggen hoe arbeiders hun leef- en werkomstandigheden verbeterden.
Slide 3 - Slide
Het loon van de arbeiders was laag. Staat in de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?
De fabrikant wil zo veel mogelijk winst maken.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 4 - Quiz
Het loon van de arbeiders was laag. Staat in de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?
Slecht en eentonig voedsel
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 5 - Quiz
Omdat in de stad soms besmettelijke ziektes voorkwamen, zoals tyfus, bleven arbeiders het liefst aan de rand van de stad wonen. Daar waren ze beter beschermd.
A
Deze bewering is juist
B
Deze bewering is onjuist
Slide 6 - Quiz
Vul aan: Urbanisatie is ...
A
de groei van steden, doordat mensen van het platteland naar de stad verhuizen.
B
de groei van steden, waarna mensen vanuit de stad naar het platteland verhuizen.
C
de groei van steden, doordat mensen in de fabrieken willen werken.
D
de groei van het platteland, doordat mensen niet meer in de vieze arbeiderswijken willen wonen.
Slide 7 - Quiz
Doordat de arbeiders dicht op elkaar woonden, was er nauwelijks criminaliteit. Arbeiders konden elkaar immers altijd helpen wanneer iemand werd aangevallen of bedreigd.
A
Deze bewering is juist
B
Deze bewering is onjuist
Slide 8 - Quiz
Wie helpt de arbeiders? (1)
Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)
De kerken gaven arme mensen hulp zoals geld, onderdak en brood.
Maar er is een enorme toename van armoede door de industriële revolutie.
Leerdoel 1
Slide 9 - Slide
Wie helpt de arbeiders? (2)
Naar aanleiding van de sociale kwestie vonden mensen dat de overheid met wetten moesten komen om de positie van arbeiders te verbeteren.
Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden
Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.
Leerdoel 1
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Aantekeningen
Arbeiders gingen zich verenigen in vakbonden. Die vakbonden riepen op tot staking om werkgevers te dwingen om de werkomstandigheden te verbeteren.
Leerdoel 1
Slide 12 - Slide
Rol van de overheid
1874 Kamerlid van Houten, voert met behulp van intiatief, het kinderwetje in. Een verbod op op kinderarbeid onder 12 jaar.
1901 invoering van de leerplicht.
Het rechtop een uitkering bij arbeidsongeschiktheid
Verbod op nachtwerk voor jongeren onder de 16.
Leerdoel 2
Slide 13 - Slide
Socialisten
Rond 1850 komt het socialisme op: een beweging die wilde datiedereen gelijk was in de samenleving.
Karl Marx is grondlegger van het socialisme. Hij schreef over een klassenstrijd en geloofde dat arbeiders de macht moesten grijpen doorrevolutie.
Leerdoel 2
Slide 14 - Slide
Sociaal-democraten
Geen revolutie, maar de politiek moet iets veranderen! (actieve rol)
Betere arbeidsomstandigheden (o.a. meer loon)
Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrechten deoprichtingvan politieke partijenzoals de SDAP.
Tot die tijd: stakingen en oprichten van vakbonden.
Leerdoel 2
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Aantekeningen
Burgers vinden dat de overheid wat zou moeten doen .De overheid voert het verbod op kinderarbeid onder de 12 jaar in, de leerplicht en de ongevallenwet.
Er komt een politieke stroming op: het socialisme. Zij willen gelijkheid in de samenleving en vinden dat de macht bij de arbeider moet liggen, desnoods door een revolutie.
De SDAP is de politieke partij van de socialisten. Zij willen door wetgeving de situatie van de arbeiders veranderen.
Leerdoel 2
Slide 17 - Slide
Huiswerk maken
Maak de opdrachten: 1, 3, 4, 5, 6 en 7,.
Klaar? Ga dan verder met de herhalingsopdrachten en de verdiepingsopdrachten van paragraaf 5.3.
Slide 18 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er veranderde door sociale wetten.
Je kunt uitleggen hoe arbeiders hun leef- en werkomstandigheden verbeterden.