Les klas 3/4 22-12-2021

• Muziek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

MUZIEKTHEORIE

Welk verhaal is waar over`Rudolph the Red Nose Reindeer?'

1. Rudolph heeft echt bestaan.
2. Rudolph is een personage uit een film.
3. Rudolph was de hoofdpersonage in een boek, op dit boek is het lied gebasseerd
4. Rudolph leefde op een rendierboerderij in Alaska.

Welk verhaal is waar over`Have yourself a merry little christmas?'

1. Het lied is uit de prullenbak gevist.
2. Het lied is gestolen.
3. Het lied was ooit 10 minuten lang.
4. De schrijver schreef het lied voor zijn familie.

Welk verhaal is waar over `Sleigh Ride?'

1. Het woord `kerst' komt er niet in voor.
2. Het woord `winter' komt er niet in voor.
3. Het lied is geschreven tijdens een hittegolf.
4. Het lied moest niet over kerst gaan maar over het winter-seizoen!

Wat is het verhaal achter `Carol of the bells?'

1. Het lied is geschreven in de kerk tijdens het luiden van de klokken.
2. Het lied is geschreven voor de film `Home Alone'.
3. De inspiratie voor het lied waren kerstbellen.
4. Oorspronkelijk is het een Oekraïens lied over het begin van de lente.

Wat is het verhaal achter `Silent night?'

This video is no longer available

Welke video was dit?

1. Het was eerst een gedicht.
2. Silent night is een religieus lied.
3. Het is geschreven als slaapliedje.
4. Het lied was eerst up-tempo, (veel sneller).

Wat is het verhaal achter `Jingle bells?'

1. De titel was ooit `One horse open sleigh'.
2. Het was eigenlijk de bedoeling dat de trompet de melodie zou spelen en er dus geen zang in zou voorkomen.
3. Het lied werd eigenlijk voor Thanksgiving geschreven.
4. Het lied had ooit een andere tekst die niks met kerst te maken had.

Wat gebeurd er als er een punt achter een noot staat?

Hoe lang duurt deze gepuncteerde halve noot?

1. 3
2. 2
3. 1,5
4. 4

NOTENNAMEN

Elke noot heeft een vaste plek op de notenbalk met een vaste naam.

Hoe heet de noot op het plaatje links?

1. F
2. B
3. D
4. C

Maak het werkblad

Maak de toonladder van G ( 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1/2)

Maak de toonladder van Em ( 1 -1/2 - 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1)

Kijk naar de noten van de toonladder van G en Em.
Wat valt je op?
G: G - A - B - C - D - E - Fis - G
Em: E - Fis - G - A - B - C - D - E

Bij elke majeur toonladder heb je dus ook een mineur toonladder met dezelfde noten (parallele mineur).

Bij de vaste voortekens passen dus ook twee toonladders/ toonsoorten. De majeur en de mineur variant.

Maak het werkblad