klas Kader 10-1-23 les 6 kap2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen!

Vergeet het niet....

Telefoon in de telefoontas

Weihnachtsferien

Aufbau der Stunde

- Filmchen!

- Herhaling Grammatik haben / sein

- zelfstandig werken

- Uitspraak oefenen

- Oefentoets maken

- afsluiten

Lernziele = leerdoelen

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

• de woorden van de Lernliste op blz. 60 en 61 gebruiken
• de werkwoorden sein en haben gebruiken
  
• eenvoudige Duitse teksten begrijpen
• de proeftoets van K2 maken

Jetzt geht's los!

.....ein Filmchen .....

Chlor im Schwimmbad

Waar zit er chloor in het water van het zwembad??

Steek je vinger op als je het weer!

Kapitel 2 "Wir"

Grammatik

besprechen

Jullie moeten voor je toets van volgende week  blz. 60 en 61  leren

Zie ook mijn bericht in SOM.

Wie heeft er VRAGEN over de deze bladzijden?

STEEK JE VINGER OP!

HERHALING

sein & haben 

haben & sein

Deze werkwoorden worden in het Duits het meest gebruikt. 

Je moet ze 100% uit je hoofd kennen!

Super belangrijk voor je toets!

Seite 61

sein

= 

zijn

ich	bin
du	bist
er/sie/es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie	sind
Sie	sind

ik	ben
jij	bent
hij/zij/het	is
wij	zijn
jullie	zijn
zij	zijn
u	bent

Het rijtje 'sein' & 'haben' moet je uit je hoofd leren!

Seite 61

ich

du

er, sie, es

wir

ihr

sie

Sie

haben: 

 habe

hast

hat

haben

habt

haben

haben

ik heb

jij hebt

hij, zij, het heeft

wij hebben

jullie hebben

zij hebben

u heeft

Seite 61

Zelfstandig werken

- Je gaat de opdrachten 26 en 27 maken.   

- Gebruik de werkwoorden haben en sein

- Werk zelfstandig!

- Wil je meer uitleg, kom dan aan de instructietafel

- Ben je klaar, steek je vinger op dan kom ik langs om 

   te checken

Seite 48 Uitspraak Z, S, ß 

Neem blz. 48 voor je. 

opdr. 28

opdr. 29

opdr. 30

Huiswerk Toets Hfst. 2

leren: Bladzijde 60 en 61 van je A boek

- Lernliste Niedeländisch - Deutsch ( je moet de Nederlandse woorden in het Duits kunnen schrijven)

- Lernliste Deutsch - Niederländisch (je moet alleen de Duitse woorden in het Nederlands kunnen schrijven. De zinnetjes hoef je niet te vertalen)

- Grammatik ( je moet de rijtjes van haben en sein uit je hoofd kennen. Je moet er in de toets invulopdrachten mee maken en je moet de beide rijtjes volledig op kunnen schrijven zoals ze op blz. 61 staan)

- Sprachmittel hoeft niet.

Lernziele = leerdoelen

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

• de woorden van de Lernliste op blz. 60 en 61 gebruiken
• de werkwoorden sein en haben gebruiken
  
• eenvoudige Duitse teksten begrijpen
• de letters Z, S,  ß uitspreken

Ist das Ziel erreicht?

                                           Is het doel bereikt??

Vorschau

We gaan verder met Grammatik en Spreken en Video

Das Ende 

Bis zum nächstes Mal!