2.3 Gesteente wordt vervoerd: erosie en sedimentatie

1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Lesdoelen 
  2. Terugblik
  3. Uitleg
  4. Proefje
  5. Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  1. benoemen wat erosie is.
  2. begrijpen dat erosie en sedimentatie zorgen voor aantasting van de bergen 
  3. vertellen hoe grind, zand en klei ontstaat.
  4. het verschil kunnen herkennen/noemen tussen een gletsjerdal en een rivierdal.

Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Wat is een ander woord voor reliëf?
A
Laagteverschil
B
Hoogteverschil
C
Natuurkundig
D
Bergen

Slide 5 - Quiz


Wat ontstaat onderaan een berg vaak?
A
Berghelling
B
Boomhelling
C
Puinhelling
D
Rotshelling

Slide 6 - Quiz

Welke twee vormen van mechanische verwering zijn er?

Slide 7 - Open question

Wat verandert bij chemische verwering?

Slide 8 - Open question

2.3: Erosie en sedimentatie

Slide 9 - Slide

Erosie
Stenen komen in de rivier terecht.
Botsen tegen andere stenen.
Over de bodem, steeds dieper.
Grote stenen - grind - zand - klei/fijn zand.

Slide 10 - Slide

Dalen
Rivier vs gletsjer.

Slide 11 - Slide

U-dal
V-Dal

Slide 12 - Slide

Hoe ontstaat dus een U-dal?

Slide 13 - Open question

Bovenloop naar benedenloop

Slide 14 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Groot hoogteverschil
Niet veel hoogteverschil
Geen hoogteverschil
Alpen
Midden-Duitsland
Nederland
Grote stenen
Grind, kiezels
Zand en klei
Water stroomt snel
Water stroomt minder snel
Water stroomt langzaam

Slide 15 - Slide

Loop van de rivier

Slide 16 - Slide

Nederland
  • Monding Rijn en Maas
  • Zand en klei
  • Wind
  • Duinen

Slide 17 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Grind
Klei
Zand
Grote rotsen
Erosie
Sedimentatie

Slide 18 - Drag question

Proefje Verwering
  1. Maak een kolom op bladzijde 59 van je werkboek
  2. één kolom is voor mechanische verwering en één voor chemische verwering.
  3. Gebruik de chocoladereep: breek hem door midden.
  4. Ene deel in je mond (niet door slikken!!!) andere deel laat je liggen en breek je.
  5. Tekenen de twee delen na, ook het deel wat gesmolten is uit je mond.
  6. Wat zie?, Is de structuur veranderd? en vergeet de tekeningen niet!!!


Slide 19 - Slide

Aan de slag
Ga aan de slag met 2.3
Vraag 5 en 8 zijn met de atlas.

Slide 20 - Slide