3.1 Nationaalsocialisme deel 2 thuis

Nationaalsocialisme
paragraaf 3.1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Nationaalsocialisme
paragraaf 3.1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat de belangrijkste ideeën van de   nationaalsocialisten waren.
  2. Je kunt uitleggen op welke manier Hitler aan de macht kwam.
  3. Je kunt uitleggen dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat werd. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is het Interbellum?
A
1914-1918
B
1918-1933
C
1919-1939
D
1940-1945

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wie stelden het Verdrag van Versailles op?

Slide 4 - Mind map

Frankrijk, Engeland en VS
Waarom zouden Duitsers het Verdrag van Versailles een " Dictaat" noemen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Gelijk na de Eerste Wereldoorlog werd er een nieuwe Duitse regering gevormd. Onder welke naam?
A
Het Duitse Rijk
B
Republiek van Versailles
C
Republiek van Weimar
D
Duitsland

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In het Verdrag van Versailles werd afgesproken dat
A
Het Duitse leger niet meer dan 50.000 soldaten mocht hebben
B
Duitsland de helft van z'n grondgebied moest afstaan
C
Het Ruhrgebied moest vrij van Duitse soldaten zijn
D
Duitsland geen herstelbetalingen hoefde te betalen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor staat de afkorting Nazi?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Noem minimaal 3 kenmerken van nationaalsocialisme

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Bij welk kenmerk van het nationaalsocialisme hoort deze belofte van Hitler:
"alle Duitsers in één rijk"

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Sleep het juiste woord naar de bijpassende zin
Haat tegen en/of discriminatie van joden
Een ideologie die een sterke staat onder leiding van een sterke man nastreeft
minister-president van Duitsland
Een eenzijdige boodschap geven waarmee iemands 
gedachten gemanipuleerd wordt
Vaak misleidende informatie die gebruikt wordt om
 aanhangers - steun te winnen. Vaak gebruikt om 
ideele en politieke doelen te verwezenlijken.
Een ideologie die een sterke staat onder leiding van een sterke man nastreeft en uitgaat van een rassenleer
rijkskanselier
fascisme
propaganda
indoctrinatie 
Antisemitisme
nationaal-
socialisme

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Wat is:
Indoctrinatie?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

indoctrinatie

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Waarom was de Weimarrepubliek zo gehaat door de burgers?
A
Ze waren een communistische regering
B
Zij hadden het verdrag van Versailles ondertekend
C
De Weimarrepubliek was een totalitair syteem
D
De Weimarrepubliek zat vol met kapitalisten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Na Hitlers mislukte poging om de Duitse overheid omver te werpen deed hij nog een poging. Hoe deed hij dat?
A
De Reichsdag in brand zetten
B
De huidige rijkskanselier vermoorden
C
Ervoor zorgen dat er een economische crisis uitbrak zodat hij die kon oplossen
D
Meedoen aan de verkiezingen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions