Rekenen 2F Grootheden en eenheden

Rekenen 2F 





1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenen 2F 





Slide 1 - Slide

Programma
Introductie

Uitleg grootheden en eenheden

Aan de slag

Afsluiting
10 minuten

10 minuten


15 minuten

10 minuten

Slide 2 - Slide

Domein grootheden en eenheden

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt de meest gangbare grootheden en eenheden herkennen.
- Je kunt berekeningen uitvoeren met de meest gangbare grootheden en eenheden.

Slide 4 - Slide

Grootheden en eenheden

Slide 5 - Slide


Wat zijn grootheden en eenheden?

Slide 6 - Open question

Wat zijn grootheden en eenheden?
Een grootheid is iets wat je kunt meten.
Voorbeelden zijn lengte, oppervlakte, tijd, luchtdruk, inhoud en snelheid.

Een eenheid is waar je grootheden in meet.
Voorbeelden zijn meter, vierkante meter, jaar, hPa, liter en km/u.

Slide 7 - Slide

Grootheden en eenheden in de praktijk

Gewicht - kg
Verkoopprijs - €
Temperatuur - Celsius

Nog meer?

Slide 8 - Slide

Mag het een onsje meer zijn?
Wat is het belang van nauwkeurige metingen en berekeningen in de slagerij?

Bij welke dagelijkse taken zijn grootheden en eenheden van belang?

Slide 9 - Slide

Metriek stelsel

Slide 10 - Slide

Aan de slag

Slide 11 - Slide

Opdracht 1
gewichten omrekenen

350 gram = ..... kg
600 gr = ..... mg
2,5 kg = ..... gr
5225 mg = ..... gram
50 cg = ..... mg

Slide 12 - Slide

Opdracht 2
prijs berekenen


Een klant bestelt 650 gram ossenhaas. 1 kg ossenhaas kost €79,94. Wat moet de klant betalen?

Slide 13 - Slide

Opdracht 3
recept omrekenen

Recept: stoofvlees met bier en appelstroop (voor 4 personen)

Ingrediënten: 1 kilo runderlappen, 3 eetlepels bloem, 2 uien, 2 tenen knoflook, 30 gram roomboter, 1 winterpeen, 4 kruidnagels, 2 blaadjes laurier 2 takjes tijm, 3 eetlepels appelstroop, 200 ml runderbouillon, 1 flesje Leffe Bruin bier, peper & zout

Hoeveel heb je nodig voor 9 personen?

Slide 14 - Slide

Opdracht 4
voorraadbeheer

Je hebt 12 liter olie besteld. Per dag gebruik je 300 ml. Hoeveel dagen kun je vooruit met deze voorraad?

Slide 15 - Slide


Noem 2 dingen die je hebt geleerd?

Slide 16 - Open question

Afsluiting

Slide 17 - Slide