This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
SBARR
Slide 1 - Slide
3 Leerdoelen
1> De student heeft kennis gemaakt met SBARR
2> De student weet waar de letters SBARR voor staan
3> De student kan benoemen waarom deze methode van belang is.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen deze les?
Wat is SBARR?
Waarom de SBARR?
Voordelen en nadelen SBARR
Definitie klinisch redeneren
Leerdoelen behaald?
Vragen
Evaluatie
Slide 3 - Slide
Ken je SBARR?
Slide 4 - Mind map
S:
B:
A:
R:
R:
SItuation
Back-ground
Assesment
Reccomm-endation
Repeat
Slide 5 - Drag question
Wat is SBARR?
Situation (situatie): Je vertelt kort het probleem. Hoe is de situatie.
Background (achtergrond): eventuele medicatie, allergieën, voorgeschiedenis van de cliënt.
Assessment (beoordeling): Wat is jouw beoordeling van de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand is?
Recommendation (aanbeveling): Wat is jouw aanbeveling, wat wil je dat er gebeurt?
Repeat (herhaal): Je herhaalt het antwoord van de arts om fouten te voorkomen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
S=Situation (situatie)
Hoe is de situatie waarover je belt?
Wat is jouw relatie tot de patiënt?
Vertel kort iets over het probleem.
Bijvoorbeeld: 'Ik ben de Moniek, verpleegkundige van Mv. Jansen op de afdeling Gynaecologie. Ik maak mij zorgen om het bloedverlies van Mv.
Slide 8 - Slide
B=Background (achtergrond)
De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.
Bijvoorbeeld: 'Mv. Jansen is net spontaan bevallen en heeft nu veel bloedverlies uit haar baarmoeder. Haar bloedduk is 90/40, pols 100, ademhaling 25 en temperatuur 37.5. Mv heeft een blanco voorgeschiedenis
Slide 9 - Slide
A=Assesment (beoordeling)
Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?
Bijvoorbeeld: Ik denk dat de baarmoeder van Mv. Jansen niet goed samentrekt (contraheert)
Slide 10 - Slide
R=Reccommendation (aanbeveling)
Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?
Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat ik medicatie moet toedienen om de baarmoeder te laten samentrekken en ik wil dat je binnen nu en 10 minuten langs komt om de Mv. Jansen zelf te beoordelen.
Slide 11 - Slide
R=Repeat (herhaal).
Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.
Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp vind je het goed dat ik medicatie toedien om de baarmoeder te laten samentrekken en je komt binnen nu en 10 minuten langs om Mv. Jansen te komen beoordelen!?
Slide 12 - Slide
Bij welke situaties kan de SBARR methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens een multidisciplinair overleg
C
Bij een artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quiz
De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation
Slide 14 - Quiz
De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met een stollingsstoornis. Welke fase is dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation
Slide 15 - Quiz
De verpleegkundige vraagt aan de arts of hij/zij alvast pijnstilling zal geven. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Assesment
C
Reccomendation
D
Background
Slide 16 - Quiz
Waarom de SBARR?
Er wordt consequent informatie overgedragen:
Inhoud verbetert en de overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment).
Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren.
Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren.
Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe.
Slide 17 - Slide
Voordelen SBARR:
eenvoudig communicatiemiddel.
veel gebruikt in Nederland.
geschikt voor meerdere disciplines.
bevordert de samenwerking
voorbereiding mogelijk.
concrete overdracht gegevens
Nadelen SBARR:
nieuw communicatie middel.
bij acute situaties waarbij de patiënt snel achteruit gaat, bijvoorbeeld verloskunde, SEH, uitslaapkamer.
klinisch redeneren,
dus niet inzetbaar voor alle disciplines.
Slide 18 - Slide
Definitie klinisch redeneren
De vaardigheid (of competentie) om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis.
(denk aan anatomie, fysiologie,pathologie en farmacologie) zodat je kan onderbouwen welke interventies ingezet moeten worden.