A3C reading prep

Welcome!   
Phone on table facing down

Notebook+pen on table

Today: Reading



1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome!   
Phone on table facing down

Notebook+pen on table

Today: Reading



Slide 1 - Slide

Today's goals: 
At the end of this lesson you:
- know several reading stategies
- know how to tackle difficult words with reading
- have practised reading B1







Slide 2 - Slide

intro lesson
How:
Start lesson (5)
Presentation Yfke (10)
Reading strategy and advice (10)
Tackling unknown words (10)
Practise reading (20)
Goals scan (5)

Slide 3 - Slide

Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? = hoe je een tekst leest.


- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
How do you know which one to use? = lees eerst de vraag, bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt en waar in de tekst je het kunt vinden. 


Slide 5 - Slide

 Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen
Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten
Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker
Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 9 - Drag question

Oriënterend lezen
  • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
  • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
  • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

Dit doe je altijd van te voren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Globaal lezen/ skimmen
  • Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
  • Maak je niet druk om moeilijke woorden.
  • Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
  • Kijk naar opvallende stukjes 
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin. 
  • Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord. 

Slide 13 - Slide

Zoekend lezen/ scannen
  • Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Intensief lezen
Intensief lezen: de hele tekst regel voor regel doorlezen

Slide 16 - Slide

Leesvaardigheid
  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.



Slide 17 - Slide

Meerkeuzevragen
  1. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. ( vaak de hoofdgedachte). 
  2. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc. 
  3. Wat is je eigen antwoord? 
  4. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt. 
  5. Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord. 
  6. Komt  het onderstreepte tekstgedeelte overeen met je antwoord? 
    7. Als je het antwoord niet weet. Streep foute antwoorden weg.

Slide 18 - Slide

Woord Strategie


  1. Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden (in context)

  2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt bijvoorbeeld uit een andere taal. 
  3. Hak het woord in stukjes? Komt een deel van het woord je bekend voor?

Slide 19 - Slide

Adviezen

  1. Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws. Kijk bijvoorbeeld elke dag Newsround / BBC one minute news.
  2. Lees Engelse boeken, artikelen.
  3. Brede woordenschat maakt teksten lezen gemakkelijker. Leer je woordjes!




Slide 20 - Slide

Unknown words
Voor de volgende vraag:

Je kent het woord equilibrium niet. 
Wat ga je doen?

Slide 21 - Slide

"The name of my boat is Equilibrium,
but everybody just calls her Balance."
Q: hoe noemen mensen de boot?
Wat doe je?
A
Ik zoek eerst het woord Equilibrium op.
B
Ik gok, omdat één woord niet herken.
C
Ik kan deze vraag goed beantwoorden, ook al ken ik 1 woord niet.
D
Ik laat de vraag open.

Slide 22 - Quiz

Unknown words
The name of my boat is Equilibrium, but everybody just calls her Balance.
But what was the question?

Slide 23 - Slide

Unknown words
The name of my boat is Equilibrium, but everybody just calls her Balance.
Question: 
What does everybody call the boat?

Slide 24 - Slide

Unknown words
The name of my boat is Emma, (vervangbaar)
but everybody just calls her Balance.
Question: 
What does everybody call the boat?

Slide 25 - Slide

Use one of these sites to practise 
Tip: these can also be used to practise extra at home

https://test-english.com/reading/b1/
https://learnenglish.britishcouncil.org/skills/reading/b1-reading
https://www.flo-joe.co.uk/preliminaryenglish/pet-reading-practice-tests.htm

 B1 too easy? Try B2. B1 too difficult? Try A2> zone naaste ontwikkeling




Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Today's goals: 
At the end of this lesson you:
- know several reading stategies
- know how to tackle difficult words with reading
- have practised reading B1







Slide 30 - Slide

Next lesson:
More reading practise

Slide 31 - Slide