4H Letterkunde herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom 4H!

Deze les:

Korte quiz ter herhaling 

Kruiswoordpuzzel ter herhaling

Werken aan studielijst 

Waar of niet waar? In de middeleeuwen konden de meeste mensen lezen en schrijven

1. Waar
2. Niet waar

Bij welke roman horen de kenmerken: epische concentratie, oorlog en vechten, stoere mannenwereld

1. Karelepiek
2. Arthurepiek

Waar of niet waar? Heer Halewijn wordt vergiftigd door het koningskind.

1. Waar
2. Niet waar

Wie is geen auteur die we kennen uit de Gouden Eeuw?

1. Vondel
2. Hooft
3. Erasmus
4. van Effen

Welke functie had ridderliteratuur niet?

1. Het moest de tijd doden
2. Het moest mensen vermaken
3. Het moest mensen iets leren over gedrag
4. Het moest mensen iets leren over verhalen

Wat was geen bestaande school in de late middeleeuwen?

1. Stadsschool
2. Basisschool
3. Kloosterschool
4. Universiteit

Welk personage in Reinaert de Vos klaagt als eerste over Reinaerts daden?

1. Isengrijn de wolf
2. Cuwaert de haas
3. Grimbeert de das
4. Nobel de leeuw

Welk magisch dier weet Walewein maar ternauwernood te overleven?

1. Een magische eenhoorn
2. Een paard met vurige manen
3. Een vuurspuwende draak
4. Een metershoge slang

Waarom vertrekt Walewein van het hof?

1. Hij verveelt zich en wil op avontuur
2. Keie heeft hem weggepest
3. Hij wil bewijzen dat hij Keies woorden waar kan maken
4. Hij heeft een geliefde wonen aan de andere kant van het land

Welke auteur komt niet uit de Achttiende Eeuw?

1. Hieronymus van Alphen
2. Justus van Effen
3. Betje Wolff
4. Christiaan Huygens

Welk genre komt uit de middeleeuwen?

1. Exempel
2. Brievenroman
3. Spectoriaal geschrift
4. Komedie

Waarom is de Verlichting de periode waarin de democratie, vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid zijn ontstaan?

Hoe goed vond je deze herhaling gaan?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag, kies zelf:

1. Maak de kruiswoordpuzzel (en daag jezelf uit zo min mogelijk te zoeken; zo leer je al!)
   
2. Vat de theorie/begrippen samen aan de hand van de studielijst
   
3. Beantwoord de leesvragen van Walewein/Reinaert

We werken zachtjes: overleggen doe je op fluistertoon 

Je mag geen muziek luisteren. 

Deze les

• 30 minuten in stilte werken: verder beantwoorden leesvragen in je schrift
• 20 minuten in groepjes de leesvragen van beide verhalen bespreken 

Aan de slag (zelfstandig

Beantwoord de leesvragen van Walewein/Reinaert de Vos

Geef kort maar compleet antwoord op de vragen. 

Kom je er niet uit? Ik geef geen antwoorden, maar kan je wel op weg helpen. 

We werken in stilte en we luisteren geen muziek.

Aan de slag (groepjes)

We vormen groepjes 

In het groepje bespreek je de leesvragen die jullie moeilijk vonden: een deel heeft iedereen al wel goed door het samen lezen. 

Vul je eigen antwoorden aan.