taal 9 april

woordenschat
thema 6 week 2 les 7
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 2,7

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

woordenschat
thema 6 week 2 les 7

Slide 1 - Slide

Hoe noem je iemand die erg populair is vanwege prestaties in sport, zang of film?
A
de populaire
B
de onbekende
C
de vedette
D
de presentator

Slide 2 - Quiz

Een ander woord voor fans/volgers is?
A
de aandringer
B
de aanhang

Slide 3 - Quiz

Ergens lyrisch over zijn betekent ook wel ?

Slide 4 - Open question

Een ander woord voor beroemd zijn.
A
vermaard
B
verouderd
C
belangrijk
D
onbelangrijk

Slide 5 - Quiz

furore maken:

Slide 6 - Mind map

Ergens van walgen betekent ook wel?
A
iets fantastisch vinden
B
iets afschuwelijk vinden
C
ergens fan van zijn
D
iemand niet leuk vinden

Slide 7 - Quiz

Gedurende betekent?
A
dat iets lang duurde en nu is afgelopen
B
dat is niet lang duurde en nu is afgelopen
C
tijdens, zolang iets duurt
D
dat het nu gebeurd

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

hoe kan ik het vorige plaatje het beste omschrijven in een woord
A
komisch
B
vermaard
C
ergens van walgen
D
aanhang

Slide 10 - Quiz

Iemand die de leiding heeft bij het maken van een film, toneelstuk of tv-programma noemen we ook wel een?
A
assistent
B
manager
C
producer
D
regisseur

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

op de vorige slide zag je een?
meesterwerk
een vermaard werk
iemand furore maken

Slide 13 - Poll

In het openbaar is ook wel een plek waar
A
iedereen mag komen
B
niemand mag komen

Slide 14 - Quiz

Omschrijf/beschrijf wat concurrentie betekent

Slide 15 - Open question

Assisiteren betekent?
A
dat je niet helpt omdat iemand dat zegt
B
Iemand helpen bij zijn of haar werk
C
dat je toekijkt hoe iemand anders zwaar werk levert
D
je doet je werk erg goed

Slide 16 - Quiz

Het gaat van kwaad tot erger betekent?
A
het wordt steeds beter
B
het gaat steeds beter
C
het wordt steeds slechter
D
je wordt eerst heel boos en daarna nog bozer

Slide 17 - Quiz

Als je zorgt voor drukte en vrolijkheid in groep dan zorg je voor ... ?
A
onrust
B
leven in de brouwerij
C
verveling voor de andere
D
moeilijke momenten

Slide 18 - Quiz