§6.2: Bronnen: ons klimaat verandert deel 1

§6.2 Ons klimaat verandert deel 1

1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

§6.2 Ons klimaat verandert deel 1

Slide 1 - Slide

planning
uitleg rest paragraaf 2
filmpje
zelfstandig werken 
afsluiten (quiz met prijs)

Slide 2 - Slide

Verschil tussen weer en klimaat

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Weer en klimaat
  • Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
  • Bij het weer kijk je naar 3 dingen: temperatuur, neerslag en wind (richting en sterkte)
  • Het klimaat is het gemiddelde weer over 30 jaar

Slide 5 - Slide

Drie dingen die veranderen:
  1. Neerslag: meer en heviger
  2. Droge zomers
  3. Stijgende temperatuur

We gaan ze allemaal ff langs door middel van een nieuwsartikelen...

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Klimaatverandering:
Ook merkbaar in de stad....

Waarom zou het in de stad warmer zijn op het platteland?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Bron 5:
Stedelijk warmte-eiland
In steden is het gemiddeld warmer dan in het omliggende landelijke gebied = stedelijk warmte-eiland


  • stenen, asfalt, staal nemen meer warmte op dan begroeiing -> die warmte komt ‘s nachts vrij + dit maakt de stad warmer dan het platteland
  • verschil kan 4-8 ⁰C zijn!

Slide 13 - Slide

Stedelijk warmte-eiland

 In de stad warmer dan op het platteland.


Slide 14 - Slide

Prognose: Jaartemperatuur

Slide 15 - Slide

Prognose: neerslag

Slide 16 - Slide

Lees B147 Gevolgen van klimaatverandering

De zeespiegel stijgt
 - door het afsmelten landijs (niet van zee-ijs)
 - door het uitzetten van warmer water
• Het klimaat wordt extremer.
 - natter: wateroverlast
 - droger: watertekorten
-> opschuiven landbouw- en landschapszones.
• Het vrijkomen van methaan uit permafrost = extra broeikasgas waardoor de opwarming versnelt.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

zelfstandig aan de slag
paragraaf 2 afmaken + nakijken (huiswerk)
+
samenvatting maken paragraaf 1+2 
van het basisboek+tekstboek

Inleveren op magister (huiswerk)

Slide 19 - Slide

In het verleden is het klimaat regelmatig veranderd. Wat is er bijzonder aan de huidige klimaatverandering?

A
De gletsjers in gebergten de Alpen smelten.
B
De mens is ook een oorzaak van de klimaatverandering.
C
De temperatuur stijgt alleen op gematigde breedte. Rond de polen en de evenaar niet
D
De temperatuurstijging is veel groter dan die in het verleden is geweest.

Slide 20 - Quiz

Door klimaatverandering
wordt in Nederland ...
A
...de winter warmer en natter
B
...de winter warmer en de neerslag neemt jaarlijks af
C
...de zomer frisser
D
...de kans op orkanen groter

Slide 21 - Quiz

Wat zijn oorzaken van het versterkte broeikaseffect?
A
Dit is vrijgekomen CO2 die niet meer kan worden opgenomen en opgeslagen door bomen en planten
B
Gassen als koolstofdioxide, waterdamp en methaan vormen een deken over de aarde waardoor warmte-uitstraling wordt tegengehouden.
C
het zeeniveau stijgt door meer regenval
D
er valt zure regen

Slide 22 - Quiz


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 23 - Quiz

Welke energiebronnen zijn uitputbare energiebronnen?
A
water, aardolie, aardgas
B
water, wind, zon
C
steenkool, aardgas, aardolie
D
wind, steenkool, zon

Slide 24 - Quiz

Wat zijn duurzame energiebronnen?
A
Energiebronnen die heel duur zijn
B
Energiebronnen die niet opraken
C
Energiebronnen die vervuilend zijn
D
Energiebronnen die heel goedkoop zijn

Slide 25 - Quiz

Wat is een gevolg van klimaatverandering voor Nederland?
A
Meer natte periodes in de zomer
B
Minder vaak, maar wel hevigere neerslag
C
Langere drogere periodes in de zomer
D
Meer vorst in de winter

Slide 26 - Quiz

Hoe ontstaat een warmte eiland?
A
Door de aanwezigheid van veel water in de stad.
B
Door de opname en het vasthouden van warmte door bebouwing, wegen en beton.
C
Door de aanwezigheid van veel bomen en groen in de stad.
D
Door de afwezigheid van luchtvervuiling in de stad.

Slide 27 - Quiz

Wat is een 'warmte eiland'?
A
Een eiland dat oververhit raakt in de zomer.
B
Een klimaat waar het altijd warm is.
C
Een gebied waar het 's nachts warmer is dan overdag.
D
Een stedelijk gebied dat warmer is dan het omliggende platteland.

Slide 28 - Quiz