A1C some en any and plurals

DOCENT
BORD
WOLTER
SANNE
JOEP
LIEVE
STIJN
JULIETTE
JAYCEN
FREDERIQUE
MAX
LOIS
JULIUS
ELIN
X
X
HEIKE
EMILIE
BASTIAAN
JAN
BRAM
BELLE
ADAM
JULIA
X
X
JERRE
GOVERT
X
X
ISIS
FREEK
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

DOCENT
BORD
WOLTER
SANNE
JOEP
LIEVE
STIJN
JULIETTE
JAYCEN
FREDERIQUE
MAX
LOIS
JULIUS
ELIN
X
X
HEIKE
EMILIE
BASTIAAN
JAN
BRAM
BELLE
ADAM
JULIA
X
X
JERRE
GOVERT
X
X
ISIS
FREEK

Slide 1 - Slide

TODAY'S PROGRAMME

2.Formative test on some/any and the plurals
3.Goed zelf nakijken
PART D: Stones
Neem de zinnetjes door / oefen winkelgesprekjes










Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

SOME 

                                                  

1) Every day I buy some sweets in the canteen.
2) I take  some sugar in my coffee.
  • some = een paar /enkele /wat


Slide 4 - Slide

ANY

1) My brother can't eat any nuts, he's allergic.

2) There's hardly any cheese left.

3) Do you have any money?

  • any = geen (enkele) , wat , wordt niet vertaald

Slide 5 - Slide

SOME / ANY 
Some en any hebben ongeveer dezelfde betekenis, maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt.



Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 6 - Slide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 7 - Slide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruik je SOME?
SOME:

  • in bevestigende zinnen: There are some apples left.
  • in vraagzinnen als je iets aanbiedt: Would you like some tea?
  • in vragen/verzoeken waarop je 'ja' als antwoord verwacht:                        Can I have some attention, please?

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je ANY?
ANY:

  • in ontkennende zinnen (not/never/hardly): 
  • There aren't any eggs in the fridge.
  • in vraagzinnen waarop je het antwoord niet weet
  • Do you have any money?
  • Do you have any siblings?

Slide 10 - Slide

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 11 - Quiz

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 12 - Quiz

Can I have ___ lemonade, please?
A
some
B
any

Slide 13 - Quiz

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 14 - Quiz

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 15 - Quiz

Some/any: samenstellingen
Bij samenstellingen met 'some' en 'any' gelden dezelfde regels.
There is someone at the door. (=iemand)
Is anyone home? (=iemand)

I want to do something. (=iets)
I can't do anything for you. (=niets)

Slide 16 - Slide

Would you like ___ to drink?
A
something
B
anything

Slide 17 - Quiz

They never listen to ____.
A
someone
B
anyone

Slide 18 - Quiz

In een stukje tekst...
I gave my love ..................... gifts for V-day, but
I didn't receive ...................... cards myself.
Did you get ................... cards or gifts?
Would you like to receive ........................ chocolates on Valentine's day? Sure, I would!

Slide 19 - Slide

Extra oefenen met 
some / any?



Slide 20 - Slide

Plurals
Make notes

Slide 21 - Slide

Basisregel: enkelvoud +s

Slide 22 - Slide

1: sis-klank
Woorden die op een s-klank eindigen (-s, -x, -sh, -ch) krijgen +es
bus - buses
box - boxes
bush - bushes
watch - watches

Slide 23 - Slide

2: ending in -o
Woorden die op een -o eindigen, krijgen meestal +es
(als ze worden voorafgegaan door medeklinker)
hero - heroes
tomato - tomatoes
potato - potatoes

Slide 24 - Slide

3:ending in -y
Woorden die op een medeklinker gevolgd door -y eindigen, krijgen -ies

baby - babies
hobby - hobbies
let op: toy - toys

Slide 25 - Slide

4: ending in -f(e)
Woorden die op -f of -fe eindigen, krijgen -ves

thief - thieves
wolf - wolves
wife - wives

Slide 26 - Slide


5: onregelmatig
Sommige woorden hebben een onregelmatig meervoud. 
Leer ze uit je hoofd!

man - men
woman - women
child - children
tooth - teeth
foot - feet
goose - geese
mouse - mice
fish - fish

Slide 27 - Slide