H5.4 instructie TL2

Hoofdstuk 5
5.4 Remmen en botsen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
5.4 Remmen en botsen

Slide 1 - Slide

Lesplanning
* Lesdoelen bespreken van 5.4
* Instructie van 5.4 
* Samenvatting
* Aan de slag met huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan ik:
- uitleggen welke (drie) factoren de remweg beïnvloeden
- het verband tussen de snelheid en de remweg uitleggen
- de begrippen reactietijd en reactie-afstand uitleggen
- de stopafstand van een voertuig berekenen
Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen

Slide 3 - Slide

De remweg
De remweg is afhankelijk van:
1. De beginsnelheid
2. De massa
3. De remkracht


Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen

Slide 4 - Slide

De remweg onder verschillende weersomstandigheden 


Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen

Slide 5 - Slide

Welke factoren kunnen invloed hebben op de remweg?

Slide 6 - Open question

De reactietijd
De tijd tussen het zien van het gevaar en het aangrijpen van de remmen. 

Reactie-afstand
De afstand die een voertuig aflegt tijdens de reactietijd



Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen

Slide 7 - Slide

Welke factoren kunnen invloed hebben op de reactietijd?

Slide 8 - Open question

De beginsnelheid 
en de remweg
De remweg neemt 
snel toe als de 
snelheid groter wordt


Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen

Slide 9 - Slide

De beginsnelheid en de remweg
De remweg neemt snel toe als de snelheid groter wordt

Er geldt: 
Als de snelheid n keer zo groot wordt, dan wordt de remweg  keer zo lang. 
Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen
2

Slide 10 - Slide

Als de snelheid n keer 
zo groot wordt, dan 
wordt de remweg
 keer zo lang. 
Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen
2

Voorbeeld
Als de snelheid verdubbelt van 40 km/h naar 80 km/h wordt de snelheid 2 keer zo groot, dus de remweg 2^2 (4) keer zo lang:

Van 10 m bij 40 km/h naar 40 m bij 80 km/h

Slide 11 - Slide

Stopafstand
stopafstand = reactie-afstand + remweg


Slide 12 - Slide

Welke lijn geeft de stopafstand weer?
A
Paars
B
Blauw
C
Paars + Blauw

Slide 13 - Quiz

Welke lijn geeft de reactie-afstand weer?
A
Paars
B
Blauw
C
Paars + Blauw

Slide 14 - Quiz

Welke lijn geeft de remweg weer?
A
Paars
B
Blauw
C
Paars + Blauw

Slide 15 - Quiz

Samenvatting





Stopafstand = reactie-afstand + remweg
Hoofdstuk 5. Bewegen
5.4 Remmen en botsen

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Maken 5.4 opgaves 1, 2, 3, 6, 8, 10 en 12

Slide 17 - Slide

De reactieafstand en de remweg samen noem je de stopafstand.

REACTIEAFSTAND + REMWEG  =  STOPAFSTAND

Slide 18 - Slide

4.4 Veiligheidsmaatregelen
  • Reageren
    - Reactietijd
    - Reactieafstand  

  • Remmen
    - Remweg

  • Totaal
    - Stopafstand (= reactieafstand + remweg)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Veiligheids-maatregelen
kreukelzone
autogordel of veiligheidsgordel
airbag
hoofdsteun
valhelm

Slide 21 - Slide

veiligheidsgordel
verdeeld de krachten over een grotere oppervlakte.
En zorgt ervoor dat je niet door de auto vlieg.
airbags hebben dezelfde werking 

Slide 22 - Slide

veiligheidsgordel
de gordel zorgt ervoor dat je terug je stoel ingedrukt wordt tijdens een botsing.

het dragen van een gordel is zeer belangrijk. En verplicht


Slide 23 - Slide

Veiligheidsmaatregelen in een auto

Slide 24 - Slide

De druk bereken je met de formule P = F / A 
De druk (P) bereken je door de kracht te delen door de oppervlakte waarop de kracht wordt gezet. 

De eenheid van druk is dan ook N/m² of N/cm². 

Slide 25 - Slide

Dunne gordel

Frem = 2000 N
A = (80 x 5) = 400 cm^2

p = F / A
p = 2000 / 400
p = 50 N/cm^2
Dikke gordel

Frem = 2000 N
A = (80 x 10) = 800 cm^2

p = F / A
p = 2000 / 800
p = 25 N/cm^2
Bij gelijkblijvende kracht, zal de druk afnemen als het oppervlak groter wordt

Slide 26 - Slide