H1 WEEK 38 Chapitre 1 Bron A + B NAKIJKEN

1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Plattegrond ZH1A

Slide 2 - Slide

Plattegrond ZH1B

Slide 3 - Slide

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui, je boek en pen en papier.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en doe je zakkie in je TAS.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 4 - Slide

Vorige les???

Slide 5 - Mind map

Tellen tot 20

 Instructies in het Frans

Woorden die met school te maken hebben

De dagen van de week
ex. 12a

Slide 6 - Slide

Dictée
1. Schrijf de getallen op die je docent noemt.

2. Schrijf de getalen voluit die je docent noemt.

3. Geef gehoor aan de instructies van je docent.

4. Schrijf alle dagen van de week op met hun vertaling.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  1. R Je kent woorden die te maken hebben met vakantie, ontmoeten, jezelf voorstellen en familie.
  2. T1 Je kunt nieuwe woorden toepassen.
  3. T2 Je kunt een gesprek begrijpen over het thema vakantie en kennismaken.
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 9 - Slide

Instructie 
Chapitre 1
Bron A
ex. 4, 5abc, 6, 7ab, 8 + vocabulaire A

Bron B
ex. 10abcd, 11a, 12ab + vocabulaire B
week 38

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

page 22

Slide 12 - Slide

page 23
ex. 5c

Slide 13 - Slide

ex. 5c

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

page 52

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

1 + B
2 + C
3 + D
4 + A

Slide 18 - Slide

Woordjes leren
Woordjes in groepen verdelen
woordspinnen maken
flash cards maken
leren en oefenen in quizlet
je thuis laten overhoren (ook schriftelijk)
zelf een SO'tje maken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Instructie 
Chapitre 1
Bron B
ex. 10abcd, 11a, 12ab
Vocabulaire B


Niet af => Huiswerk

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

page 52

Slide 23 - Slide

page 26
A
B
D
E
F
Ze kennen elkaars namen al.
Sam zegt dat hij 10 dagen blijft en Lina maar 7.
Omdat zij een grote familie heeft.
Voor een baby.

Slide 24 - Slide

page 27

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Lina heeft een grote familie.
Lina slaapt in een tent.
Lina heeft 2 broers en 3 zussen.
Sam blijft 10 dagen.

Slide 27 - Slide

page 52

Slide 28 - Slide

1. ici = hier
2. aussi = ook
3. frère = broer
4. et toi = en jij
5. soeur = zus
6. donc = dus

Slide 29 - Slide

1. tente
2. c'est
3. frère
4. aussi
5. la famille
6. le chien
Bonjour, ça va
Ça va bien!
Ç'est quoi
C'est un chien

Slide 30 - Slide

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 31 - Quiz

Aan de slag

Slide 32 - Slide

Nabespreking

Slide 33 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 34 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 35 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 37 - Open question