Hoofdstuk 2: inleiding

B1B
-Gaan zitten volgens de plattegrond. Boek + schrift op tafel
- Je luistert naar de duidelijke gedragsverwachting per onderdeel van de les.
- Je gedraagt je respectvol naar elkaar en naar de docent.
- We blijven van elkaar en elkaars spullen af. We laten de tafels staan.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

B1B
-Gaan zitten volgens de plattegrond. Boek + schrift op tafel
- Je luistert naar de duidelijke gedragsverwachting per onderdeel van de les.
- Je gedraagt je respectvol naar elkaar en naar de docent.
- We blijven van elkaar en elkaars spullen af. We laten de tafels staan.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2: inleiding
Uitingen van levensbeschouwing
Leerdoelen
  • Aan het eind van de les leg ik de betekenis van het begrip ''levensbeschouwing'' uit
  • Aan het eind van de les begrijp ik wat er wordt bedoeld met ''buitenkant van levensbeschouwing''

Slide 2 - Slide

Whitebord:

  1. Start van de les
  2. Uitleg
  3. Samen oefenen
  4. Zelfstandig oefenen
  5. Uitleg
  6. Zelfstandig oefenen
  7. Les afsluiten
Levensbeschouwing
  • Een kijk op het leven, waar (voorlopige) antwoorden worgen gegeven op levensvragen.
Persoonlijk
  • Levensbeschouwing van 1 persoon
  • Jouw eigen antwoorden op de levensvragen
  • Tekening!
Gemeenschappelijk
  • Groep mensen heeft dezelfde levensbeschouwing
  • (ongeveer) dezelfde antwoorden op levensvragen
  • Samen zijn ze 1 groep
  • Bijvoorbeeld: christenen, moslims, humanisten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

God?
  • Wel God: theïsten
  • Geen god: atheïsten
  • Twijfel: agnost

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Oefenen (samen)
  • Klassikaal: is dit persoonlijk of gemeenschappelijk?
  1.  De levensovertuiging van Jan
  2. De kijk op het leven van prinses Amalia
  3. De levensbeschouwing van moslims
  4. De levensvisie van mevrouw Körner
  5. In de bijbel kijken voor levensvragen + antwoorden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefenen (zelfstandig)
  • Vul de ontbrekende woorden in (almachtig, God, verzinsel, mens, geloven, natuur)
  • Mensen met een godsdienstige levensbeschouwing geloven in God. Volgens hen heeft Hij alles geschapen: de natuur en de mens. God is almachtig, heeft mensen lief en geeft steun in moeilijke tijden. Mensen met een niet-godsdienstige levensbeschouwing geloven niet in God. Ze zeggen bijvoorbeeld dat God een verzinsel is van de mens. Niet God is het belangrijkste maar de mens

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
Mensen met een godsdienstige levensbeschouwing geloven in God. Volgens hen heeft Hij alles geschapen: de natuur en de mens. God is almachtig, heeft mensen lief en geeft steun in moeilijke tijden. Mensen met een niet-godsdienstige levensbeschouwing geloven niet in God. Ze zeggen bijvoorbeeld dat God een verzinsel is van de mens. Niet God is het belangrijkste maar de mens

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Buitenkant van levensbeschouwing
  • Herkennen wat iemand zijn levensbeschouwing is of weten wat de antwoorden zijn op levensvragen voor de gelovigen
  1. Inspirerende personen
  2. Belangrijke geschriften
  3. Rituelen, feesten en symbolen
  4. Organisaties

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (zelfstandig)
  1. Maak een begrippenlijst met de volgende begrippen: levensbeschouwing, geschriften, rituelen, feesten, symbolen, christen, moslims, joden
  2. Waar kom je levensbeschouwing tegen bij individuele mensen? (bijvoorbeeld je ouders, docenten, vrienden etc)
  3. Waar kom je levensbeschouwing tegen bij groepen mensen? (bijvoorbeeld bij christen of moslims)
  4. Wat weet je al van de buitenkant van religie? Maak een lijstje met dingen die je weet over het jodendom, christendom en islam (minimaal 9)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
  • Bedenk 1 vraag over de stof waar iedereen in dit lokaal antwoord op kan geven
  • Geef jouw vraag aan de persoon voor jou of achter jou en maak de vraag die je krijgt
  • Nabespreken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions