Les 14, vachtverzorging

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Houden van dierenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Let op, het PTA komt er aan!
  • Alle PTA regels gelden tijdens dit PTA ook
  • 1 deel praktijk, 1 deel theorie
  • Voor het PTA leer je H1 & H3
  • Daarnaast gebruik je de H1 & H3 uit learnbeat
  • En de stof die is behandeld in de les
  • Heb je vragen? Wil je dingen oefenen? Geef het vandaag aan! 

Slide 2 - Slide

Lesplan
  • Naar buiten
  • Vorige les
  • Leerdoelen
  • Theorie
  • Leerdoelen 
  • Volgende les
  • Opdracht 

Slide 3 - Slide

Vorige les
  • Je kunt de 3 soorten viervoeters benoemen met een voorbeeld
  • Je kunt de 2 termen van voetverzorging benoemen en benoemen wat het verschil is
  • Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is dat knaagdieren, konijnen & paarden voldoende voedsel ter beschikking hebben kijkend naar de tanden 

Slide 4 - Slide


Teenganger

Zoolganger
Topganger

Slide 5 - Drag question

Wat is het verschil tussen bekappen en knippen?

Slide 6 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt de twee vachtsoorten van een dier benoemen
  • Je kunt het verschil tussen zomer en wintervacht benoemen 

Slide 7 - Slide

Vachten
 Vacht = behaarde huid
  • Ondervacht & dekvacht
Ondervacht = onder, wollig
Dekvacht = bovenlaag, langer, waterafstotend

Slide 8 - Slide

Zomer of wintervacht?
  • Natuurlijke leefomgeving bepaald vacht
  • Ijsbeer heeft dikke vacht
Zomervacht = korte, dunne vacht
Wintervacht = dikke, wollen, lange vacht 

Slide 9 - Slide

Waar of niet waar?
De dekvacht is wollig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat heeft de natuurlijke leefomgeving te maken met de vacht van het dier?

Slide 11 - Open question

Hondenvachten
  1. Stokhaar
  2. Gladhaar of korthaar
  3. Ruwhaar
  4. Langhaar
  5. Halflang
  6. Lang stokhaar
  7. Krulhaar
  8. Vilthaar 

Slide 12 - Slide

Stokhaar & gladhaar/korthaar
Stokhaar = Duitse herder, Husky
  •  2 lagen, ontwollen of uitdunnen

Gladhaar/korthaar = Boxer, Sharpei
  • korte dekharen, weinig onderwol, kale plekken

Slide 13 - Slide

Ruwhaar & Halflang
Ruwhaar = Ruwharige teckel, Schnauzer
  •  Draadhaar, 2 lagen, plukken

Halflang = Engelse cocker Spaniël, Golden retriever
  • korte ondervacht, fijne bovenvacht, extra beharing

Slide 14 - Slide

Langhaar & lang stokhaar
Langhaar = Shi Shu, Bobtail
  •  2 lange lagen, veel onderhoud

Lang stokhaar = Berner sennen, Leonberger
  • Lijkt op halflang, maar langere ondervacht

Slide 15 - Slide

Krulhaar & vilthaar
 Krulhaar = Poedel
  • Bijna geen dekhaar, veel onderhoud

Vilthaar = Komoder, Puli
  • Meer wolharen dan gewone haren, klitvorming

Slide 16 - Slide

Vacht onderhouden
  • Goed borstelen/kammen
  • Ruwharige honden moet je plukken
  • Scheren of knippen
  • Oververhitting voorkomen 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de twee vachtsoorten van een dier benoemen
  • Je kunt het verschil tussen zomer en wintervacht benoemen 

Slide 18 - Slide

Volgende les
Herhalingsles!

Slide 19 - Slide


Maak de opdracht!

Slide 20 - Slide