• Een beweging kun je vastleggen:
– door met tussenpozen te fotograferen;
– door een video-opname te maken;
– door een stroboscopische foto te maken.
• Een stroboscopische foto maak je in een verduisterde ruimte waarbij een stroboscooplamp de ruimte met regelmatige tussenpozen verlicht.
• Als je een afstand-tijdtabel wilt maken van een beweging, moet je weten:
– hoeveel tijd er tussen de lichtflitsen zit;
– hoe groot de afstanden op de foto in werkelijkheid zijn.
• Van een afstand-tijdtabel kun je een afstand-tijddiagram maken. Zo’n diagram maak je als volgt:
– Teken een assenstelsel, met de tijd langs de horizontale as en de afstand langs de verticale as.
– Zet de gegevens uit de tabel als punten in het assenstelsel.
– Teken een lijn die zo goed mogelijk aansluit bij de meetpunten. Dat kan een rechte of een kromme lijn zijn.