What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
8.1 Exponentiële groei
8.1 Exponentiële groei
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
8.1 Exponentiële groei
Slide 1 - Slide
Exponentiële 'groei'...
...als een hoeveelheid iedere tijdseenheid
(bv: minuut, uur, maand, jaar) met hetzelfde percentage
toe- of afneemt.
Bijvoorbeeld rente waardoor je spaargeld toeneemt
of het percentage waarmee de hoeveelheid zielige diertjes afneemt.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Deze tabel gaat over de groei van bacteriën.
Welke groeifactor hoort bij deze tabel?
Slide 4 - Open question
Welke exponent/macht gebruik je bij t=5
Slide 5 - Open question
Welke exponent/macht gebruik je bij t=6
Slide 6 - Open question
Wat is de waarde van a als t=10?
Slide 7 - Open question
Welke formule hoort bij deze tabel?
A
B
C
Slide 8 - Quiz
Bij een ander soort bacteriën hoort deze tabel.
Met welk getal moet je steeds vermenigvuldigen?
Slide 9 - Open question
Welke waarde van a hoort bij t=3?
Slide 10 - Open question
Welke waarde van a hoort bij t=4?
Slide 11 - Open question
Welke waarde van a hoort bij t=5?
Slide 12 - Open question
Hoeveel bacteriën waren er in het begin?
Slide 13 - Open question
Wat is de groeifactor?
Slide 14 - Open question
Welke formule hoort bij deze tabel?
A
B
C
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
Slide 17 - Slide
aantal = begingetal x groeifactor
tijd
N = aantal
b = begingetal =startgetal (in een tabel onder de 0)
g = (groei)factor
Tabel -> Hoeveel keer groter wordt het getal onder in de tabel?
(bovenin moet er steeds +1 staan)
uitrekenen met de formule
tijd = t = de tijd die genoemd wordt.
Let goed op de eenheid!
N
=
b
⋅
g
t
g
=
1
0
0
p
+
−
1
0
0
Slide 18 - Slide
Wat is het begingetal en de groeifactor?
A
1,1 en 100
B
100 en 110
C
0 en 1,1
D
100 en 1,1
Slide 19 - Quiz
Welke formule hoort bij de tabel?
A
h
=
1
0
0
⋅
1
,
1
t
B
h
=
1
0
0
+
1
,
1
t
C
h
=
1
,
1
⋅
1
0
0
t
D
h
=
1
0
0
⋅
1
1
t
Slide 20 - Quiz
Bedrag in Euro = 250x1,035^t
Hoeveel % is de rente?
A
35 %
B
3,5 %
C
2,5 %
D
te laag
Slide 21 - Quiz
Je hebt 1500 Euro op de bank gezet en je krijgt 2,75 % rente. Wat is de formule voor jouw spaargeld?
A
B
=
1
5
0
0
⋅
2
,
7
5
t
B
B
=
1
5
0
0
⋅
1
,
0
2
7
5
t
C
B
=
1
5
0
0
⋅
1
,
2
7
5
t
D
te ingewikkeld
Slide 22 - Quiz
Het aantal leden van Dartclub Nijkerk is nu 131 en vermindert elk jaar met 4,5 procent. Wat is de formule?
A
A
=
1
3
1
⋅
1
,
0
4
5
t
B
A
=
1
3
1
⋅
4
,
5
t
C
A
=
1
3
1
⋅
1
,
4
5
t
D
A
=
1
3
1
⋅
0
,
9
5
5
t
Slide 23 - Quiz
Opdracht
Maak opgave 2 en 5
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Slide
Opdracht
Maak opgave 8 en 9
Slide 27 - Slide
Einde les
Slide 28 - Slide
More lessons like this
7.2 Exponentiële formules
January 2023
- Lesson with
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
7.2 Exponentiële formules
10 days ago
- Lesson with
28 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
7.2 Exponentiële formules deel 1
January 2023
- Lesson with
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4 kgt H2.3 Exponentiële verbanden
November 2022
- Lesson with
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4
3M1: H1-1.7 a
August 2021
- Lesson with
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3M1: H1-1.7 a
September 2022
- Lesson with
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
1.7 - Exponentiële formule (1)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Exponentieël verband
September 2024
- Lesson with
11 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 4