wie, wat, waar, wanneer, waarom (waardoor) en hoe
Stel jezelf bij het lezen van de tekst de volgende vragen:
- Wat is er gebeurd?
- Wie waren erbij betrokken?
- Waar is het gebeurd?
- Wanneer gebeurde het?
- Waarom (of waardoor) gebeurde het?
- Hoe gebeurde het?