De Onderdelen van een Computer/Laptop

• Informatica
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hardwarecomponenten van computers & laptops

Leerdoel

• Je hebt basiskennis over de hardware componenten van een computer
• Je begrijpt welke componenten hoe functioneren

Welke hardware componenten van een computer kennen jullie?

Moederbord

Het moederbord:

• Het belangrijkste onderdeel van een computer
• Alle onderdelen worden hierop aangesloten.

Geheugen

Het geheugen:

• Opslag voor tijdelijke informatie
• Doel is om snel toegang te hebben
• Afkorting = RAM

Geheugen capaciteiten

In Gigabytes (GB):

• 4GB, 8GB, 16GB
• Meer RAM versnelt multitasking en verbetert de prestaties

Harde schijf

De harde schijf is de permanente opslagruimte

• Slaat bestanden op
• Bewaart bestanden
• Is een permanente opslag
• Twee belangrijkste varianten: SSD & HDD

Harde schijf - HDD

Hoe werkt HDD (Hard Disk Drive):

• Het werkt als een soort platenspeler met een arm die rond draait en gegevens leest van of schrijft naar ronddraaiende schijven.

Harde schijf - HDD

Hoe snel is HDD?

• Het is langzamer omdat het moet wachten tot de draaiende schijf op de juiste plek draait om gegevens te lezen of schrijven.

Harde schijf - SSD

Hoe werkt SSD (Solid State Drive)

• Het is als een soort grote, snelle USB-stick zonder bewegende delen; het slaat gegevens op in speciale chips.

Harde schijf - SSD

Hoe snel is een SSD (Solid State Drive)

• Het is veel sneller omdat het meteen toegang heeft tot gegevens zonder te wachten op bewegende delen.

Processor

De processor is het brein van de computer

• Voert alle berekeningen uit
  
• Coördineert de werking van andere hardwarecomponenten
• Afkorting = CPU

Grafische kaart

De grafische kaart zorgt voor de weergave 

• Beelden
• Video's

Opdracht

• Start je laptop
• Bezoek de website van Coolblue of Media Markt
• Kies twee laptops die jij zou willen "aanschaffen"
• Plak deze laptops in een Word document
• Volgende les gaan we hier verder mee!

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.