Les 1: rekenen met getallen (les + blanco cursus)

Thema 1: werken met getallen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
MavoWiskunde+1Secundair onderwijs

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 1: werken met getallen

Slide 1 - Slide

Leerstofoverzicht

Thema 1: rekenen met getallen
1. Rekenen met soorten getallen - boek p. 9 + 17 tot en met 21

Slide 2 - Slide

Wat is eigenlijk een getal?

Slide 3 - Mind map

Als we naar het teken kijken dat voor het getal staat dan hebben we 2 groepen getallen? Welke groepen zijn dat?

Slide 4 - Mind map

Als we kijken naar het getal zelf dan hebben we ook 2 groepen van getallen? Welke groepen zijn dat?

Slide 5 - Mind map

Soorten getallen

Slide 6 - Slide

Een speciaal getal is een geluksgetal? Wat is jouw geluksgetal?

Slide 7 - Mind map

Teken een getallenas op je bordje.
Zet de volgende getallen op je getallenas:
0
1 en -1
3 en -3

Slide 9 - Slide

de getallen-
as

Slide 10 - Slide

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je de bewerking bij de berekening 2+2 = 4 ?
A
Optelling
B
Aftrekking
C
Vermenigvuldiging
D
Deling

Slide 11 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je het resultaat 4 van de berekening 2+2 = 4 ?
A
Som
B
Product
C
Verschil
D
Quotiënt

Slide 12 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je de bewerking bij de berekening 2 x 3 = 6 ?
A
Optelling
B
Aftrekking
C
Vermenigvuldiging
D
Deling

Slide 13 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je het resultaat 6 van de berekening 2 x 3 = 6 ?
A
Som
B
Product
C
Verschil
D
Quotiënt

Slide 14 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je de bewerking bij de berekening 8 - 6 = 2 ?
A
Optelling
B
Aftrekking
C
Vermenigvuldiging
D
Deling

Slide 15 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je het resultaat 2 van de berekening 8 - 6 = 2 ?
A
Som
B
Product
C
Verschil
D
Quotiënt

Slide 16 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je de bewerking bij de berekening 15 : 3 = 5 ?
A
Optelling
B
Aftrekking
C
Vermenigvuldiging
D
Deling

Slide 17 - Quiz

Met getallen kunnen je rekenen. Hoe noem je het resultaat 5 van de berekening 15 : 3 = 5 ?
A
Som
B
Product
C
Verschil
D
Quotiënt

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Hoe rekenen we met onze rekenmachine?
Voer volgende bewerkingen uit op je rekenmachine:
2 x 2 
2 x -2
-3 + 6
8 - 6

Slide 20 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 21 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 22 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 23 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 24 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 25 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 26 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 27 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 28 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 29 - Slide

VOORBEELDOEFENINGEN p. 9

Slide 30 - Slide

Oefeningen boek p. 17 tot en met p. 21

Slide 31 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 32 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 33 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 34 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 35 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 36 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 37 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 38 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 39 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 40 - Slide

Oefening 4 p. 18

Slide 41 - Slide

Klaar ? 
Maak extra herhalingsoefeningen = pitstop oefeningen
Maak p. 11 zonder rekenmachine

Slide 42 - Slide