This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
herhaling hoofdstuk 3
Slide 1 - Slide
Hoeveel procent is gekleurd?
A
10%
B
20%
C
25%
D
30%
Slide 2 - Quiz
Wat is in procenten?
A
20%
B
60%
C
80%
D
75%
Slide 3 - Quiz
Van de 50 kinderen zijn 4 kinderen te laat gekomen. Hoeveel procent is dat?
Procenten!
A
10 %
B
5 %
C
12 %
D
8 %
Slide 4 - Quiz
Hoeveel procent is € 19 van € 35? Gebruik een verhoudingstabel.
A
45,7%
B
45,71%
C
54,29%
D
54, 3%
Slide 5 - Quiz
9. Bekijk de advertentie hiernaast. Hoeveel procent is de korting?
A
1,9%
B
18,7%
C
46,4%
D
65%
Slide 6 - Quiz
Met hoeveel procent is de huurprijs gestegen?
Eerst was het € 480. En nu € 501,60.
Slide 7 - Open question
Er is een gloednieuwe tv in de aanbieding hij kostte 1299 euro en nu nog maar 749 euro. Met hoeveel procent is de tv verlaagd in prijs?
Slide 8 - Open question
BTW
A
gaat eraf
B
komt erbij
Slide 9 - Quiz
Vereenvoudig
208
A
8/10
B
4/10
C
2/5
D
1/2
Slide 10 - Quiz
Een voetbalvereniging had in 2015 425 leden. Nu hebben ze 820 leden. Met hoeveel procent is het ledenaantal toegenomen?
procent
aantal
1
X
395
425
100
92,9
Slide 11 - Drag question
Bereken 3/4 deel van 32. Schrijf je berekening op.
Slide 12 - Open question
Nisa koopt een trui in de opruiming. De trui kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00
Slide 13 - Drag question
Omar koopt een shirt in de opruiming. Het shirt kost € 16,95. Hij krijgt €10 korting. Hoeveel procent is dat?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent
euro
16,95
100
10
1
X
?
Slide 14 - Drag question
Een voetbal vereniging had in 2019 150 leden. Een jaar erop is het gestegen naar 175 leden. Met hoeveel procent is het gestegen.