Les 7

Nederlandse taal en literatuur



Schrijfvaardigheid (T5_1)
Les 7
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlandse taal en literatuur



Schrijfvaardigheid (T5_1)
Les 7

Slide 1 - Slide

Programma
Uitleg Blok 2 [47], [48] en [49]
Zelfstandig werken
Afronding

Slide 2 - Slide

Uitleg Blok 2 Schrijfvaardigheid [47], [48] en [49]

[47] Informatiebronnen en bronvermelding
Doel: informatie verzamelen over je onderwerp, maar hoe?
- naslagwerken: encyclopedieën, woordenboeken
- internet: Wikipedia versus Google Scholar?
- informatieve boeken
- kranten en tijdschriften: Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw, Algemeen Dagblad, De Groene Amsterdammer, Elsevier
- rapporten: rapport van de Onderwijsraad
- folders en brochures
- audiovisuele media: televisie, internet (YouTube)
- deskundigen: journalisten, beroepsbeoefenaars, docenten, gemeente, etc.
- eigen onderzoek: enquêtes, interviews

Lijst met geraadpleegde bronnen > bronvermelding, de lezer moet immers jouw bronnenlijst kunnen controleren - waarom?
Bij het vermelden van bronnen gebruik je in ieder geval de achternaam/achternamen van de auteurs en het jaartal van het schijven > (Derksen, 2020) of: Volgens Derksen (2020) ...

Slide 3 - Slide

Uitleg Blok 2 Schrijfvaardigheid [47], [48] en [49]

Lijst met geraadpleegde bronnen > bronvermelding, de lezer moet immers jouw bronnenlijst kunnen controleren - waarom?

Bij het vermelden van bronnen gebruik je in ieder geval de achternaam/achternamen van de auteurs en het jaartal van het schijven > (Derksen, 2020) of: Volgens Derksen (2020) ... > APA

Op je SE moet je ook werken met bronnen!

Voorbeeld: 

Slide 4 - Slide

Uitleg Blok 2 Schrijfvaardigheid [47], [48] en [49]

[48] Voorbereiding en schrijfplan
Hier mág je gebruik van maken: je krijgt er geen punten voor op je SE > twee typen schrijvers
1. de planners
2. de doeners

1. Bepaal het onderwerp
2. Formuleer de hoofdgedachte/vraagstelling
3. Schrijfdoel
4. Passende tekstsoort > uiteenzetting/beschouwing/betoog
5. Structuur > verschijnsel-bespreking, vraag-antwoord, bewering-argument, etc.

> schrijf in telegramstijl (dus beknopt, in steekwoorden)

Slide 5 - Slide

Uitleg Blok 2 Schrijfvaardigheid [47], [48] en [49]

[49] Vormgeving
> lay-out
- duidelijke alinea-indeling: begin een nieuwe regel per alinea en maak gebruik van witregels
- inleiding, middenstuk en slot > één deelonderwerp per alinea('s)
- tussenkopjes bij een langere tekst

Slide 6 - Slide

Zelfstandig werken

Slide 7 - Slide

Blok 2 Opdracht 7 

Slide 8 - Slide

Blok 2 Opdracht 8

Slide 9 - Slide

Blok 2 Opdracht 10 en 11

Slide 10 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 11 - Open question

Afronding
Volgende les: 7 en 8 af

Slide 12 - Slide