Thema 3: BS 2, Overeenkomst en verwantschap

Welkom M1B
Log in bij LessonUp
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom M1B
Log in bij LessonUp

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 2
  • Oefenen met BS 2
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Je werkt samen op 1 ipad
Je krijgt 30 seconde op het woord te raden
Je moet de ontbrekende letter in de taartpunt plaatsen
Na 30 seconden, moet je het begrip uitleggen

Slide 4 - Slide

E
I
B
A
timer
0:30
R
E
T
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Slide 5 - Drag question


Geef een korte uitleg over het begrip, 

Slide 6 - Open question

E
K
N
R
timer
0:30
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Slide 7 - Drag question


Geef een korte uitleg over het begrip, 

Slide 8 - Open question

Ordening

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wanneer organismen tot zelfde soort behoren.
  • Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.

Slide 10 - Slide

Hoeveel soorten
dieren zijn er denk jij?

Slide 11 - Mind map

Hoeveel ?


Naar schatting leven er in totaal 13.620.000 soorten op aarde!

Slide 12 - Slide

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
       en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 13 - Slide

Honden: Wel 1 soort
+
=
    Beagle                       Pug                              Puggle
                                                                  (kan voortplanten)

Slide 14 - Slide

zelfde soort
ander ras

Slide 15 - Slide

Leeuw en Tijger: Niet 1 soort
+
=
      Leeuw                            Tijger                              Lijger
                                                               (kan niet voortplanten)

Slide 16 - Slide

Afrikaanse olifant
Indische olifant

Slide 17 - Slide

Evolutie

Organismen van dezelfde soort lijken op elkaar, maar er kunnen ook kleine verschillen zijn. Dit heet variatie.

Slide 18 - Slide

Evolutie
Organismen van dezelfde soort lijken op elkaar, maar er kunnen ook kleine verschillen zijn. Dit heet variatie.
  • Door variatie ontstaat selectie.

Slide 19 - Slide

Evolutie
Organismen van dezelfde soort lijken op elkaar, maar er kunnen ook kleine verschillen zijn. Dit heet variatie.
  • Door variatie ontstaat selectie.

Slide 20 - Slide

Evolutie
Organismen van dezelfde soort lijken op elkaar, maar er kunnen ook kleine verschillen zijn. Dit heet variatie.
  • Door variatie ontstaat selectie.
  • Het ontstaan, veranderen en verdwijnen van soorten noem je evolutie.

Slide 21 - Slide

Verwantschap
Hoe dichter soorten verwant zijn, hoe meer overeenkomsten in hun DNA.

Slide 22 - Slide

Verwantschap
Hoe dichter soorten verwant zijn, hoe meer overeenkomsten in hun DNA.

Slide 23 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 24 - Slide

Wat is een soort?
A
Een groep organismen die veel op elkaar lijken
B
Een groep organismen die met elkaar samen leven
C
Een groep organisme die samen vruchtbare kinderen kunnen krijgen
D
Een groep organismen die dezelfde bouw hebben

Slide 25 - Quiz

Welke soorten hebben de meeste verwantschap?
A
Het paard en de hond
B
De hond en de kat
C
Weet niet
D
De kat en het paard

Slide 26 - Quiz

Huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 7. (blz 182)


Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na via SOM!

Slide 27 - Slide