3H Bijv. nmw + imparfait

Even opfrissen...
de imparfait en het bijvoeglijk naamwoord.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Even opfrissen...
de imparfait en het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je de imparfait + voorbeeld in het NL.

Slide 2 - Open question

Wat zijn de uitgangen bij de imparfait?

Slide 3 - Open question

Welk werkwoord was een uitzondering? Welke stam krijgt deze in de imparfait?

Slide 4 - Open question

Marie en Louise _________ (parler) avec la prof.
A
parlont
B
parlent
C
parlaient
D
parlions

Slide 5 - Quiz

Vous ______ (aller) souvent au cinéma.
A
allez
B
alliez
C
allions
D
allons

Slide 6 - Quiz

Avant il _______ (être) vraiment petit.
A
êtrait
B
étais
C
étraient
D
était

Slide 7 - Quiz

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 8 - Open question

Noem 5 bijvoeglijk naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord komen in het Frans.

Slide 9 - Open question

des filles sportifs / sportives
A
sportifs
B
sportives

Slide 10 - Quiz

un chien gentil / gentille
A
gentil
B
gentille

Slide 11 - Quiz

Une jolie maison / une maison jolie.
Welke is correct?

A
Une jolie maison
B
Une maison jolie

Slide 12 - Quiz