Thema 5 basisstof 5: fossielen

Evolutie
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken

Doel:
Je kan de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype uitleggen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Evolutie
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken

Doel:
Je kan de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype uitleggen

Slide 1 - Slide

 lesdoel
  • Je kan omschrijven wat fossielen hebben

bijgedragen aan de evolutietheorie.

  • Je kan omschrijven wat overeenkomsten bij

verschillende soorten organismen hebben bijgedragen

aan de evolutietheorie.



Slide 2 - Slide

fossielen
versteende overblijfselen 
afdrukken in gesteente
harde delen? zachte delen?
reconstructie
tijdlijn

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

overeenkomsten 
in DNA, eiwit, fenotype
milieu ->verschillen in geno en fenotype (ijsbeer) 

Slide 6 - Slide

overeenkomsten
bouw 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

overeenkomsten
embryonale ontwikkeling

Slide 9 - Slide

rudimentair
betekent niet: nutteloos!!!
vaak is de functie verandert of onbekend
niet of nauwelijks ontwikkeld

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

zelfstandig werken
maken opdracht 2, 3 en 3 uit opgave 6 t/m 10
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Hoe noemen we de ontwikkeling van een rups naar een vlinder?
A
Evolutie
B
Metamorfose

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN belangrijk sleutelbegrip bij evolutie?
A
Omgeving
B
Generaties
C
Het aangepast zijn van soorten
D
Leergedrag van dieren

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we het als twee populaties van elkaar gescheiden raken door een natuurlijke oorzaak?
A
Isolatie
B
Evolutie
C
Natuurlijke selectie

Slide 15 - Quiz

Welke van de volgende organen zijn rudimentair?
A
De staartwervels van een mens
B
De vleugels van een vleermuis
C
De vleugels van een insect.

Slide 16 - Quiz

Wat is geen rudimentair orgaan?
A
Het heupbeen bij een walvis
B
De blinde darm bij de mens
C
Het staartbotje bij een kat
D
Het staartbeen bij de mens

Slide 17 - Quiz

Het begrip dat aangeeft dat twee dieren een gemeenschappelijke voorouder hebben
A
Verwantschap
B
Isolatie
C
Fossielen
D
Rudimentair

Slide 18 - Quiz

Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten

Slide 19 - Quiz