H4 Geluid - 4.3 Hoge en lage toon

H4 Geluid - 4.3 Hoge en Lage tonen
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H4 Geluid - 4.3 Hoge en Lage tonen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

2C
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2D
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoge en lage tonen
Welkom
telefoon in de bak.
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

2a
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2E
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

so 
So 4.2

so 4.2

timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2b
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les nask op:



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

so volgende week
wanneer: 11 mei
So 4.3
blz 171 t/m 175
doelstelingen in som
wanneer: 11 mei
so 4.3
blz 78 en 79
doelstellingen in som

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 4.3 (blz 171 t/m 175)
  • Ik ken de eenheid en de grootheid voor de toonhoogte van geluid.
  • Ik ken de eenheid en de grootheid voor de hardheid van geluid.
  • Ik kan uitleggen hoe ik de toonhoogte van snaar-, blaas- en slaginstrumenten kan veranderen.
  • Ik kan benoemen welke tonen een mens kan horen
  • ik kan uitleggen hoe gehoor getest wordt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

volgende les
lz. blz 171 t/m 175
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 14  
blz. blz 171 t/m 175

lz. blz 78 en 79
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 15 
blz 138 t/m 140

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

zingende glazen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

0

Slide 15 - Video

Om te laten zien dat geluid trillingen zijn. Leuk om te laten zien.
Frequentie
  • een voorwerp dat trilt  beweegt heen en weer
  • Trillen: heen en weer bewegen. 
  • Bekken van drumstel beweegt makkelijk 1000 keer  per seconde heen en weer. 
  • Frequentie: Aantal trillingen per seconde 
  • De eenheid van frequentie is Hertz (Hz)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hertz
Heinrich Rudolf Hertz die vooral bekend werd vanwege de ontdekking van radiogolven. Naar hem is de eenheid van frequentie, de hertz, genoemd.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hertz vs Decibel
Hertz = Eenheid die aangeeft hoe hoog of laag een geluid is. 

Decibel = Eenheid die aangeeft hoe hard of zacht een geluid is. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

grootheden eenheden
grootheid
eenheid
symbool
geluidssterkte
decibel
(dB)
frequentie
hertz
(Hz)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Toonhoogte veranderen 
Dikke snaren: zijn zwaarder en trillen daardoor langzamer.
Minder trillingen is lagere toon.

Dunne snaren: zijn lichter en trillen daardoor sneller.
Meer trillingen is hogere toon.

Toonhoogte veranderen Snaarinstrumenten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Toonhoogte veranderen 
Blaasinstrument: door open en sluiten van gaten veranderd lengte van lucht kolom. hoe langer de luchtkolom hoe lager de toon

Slaginstrument: door losser en strakker draaien van vel kun je toon hoger en lager maken. Hoe strakker het vel hoe hoger de toon.

Toonhoogte veranderen blaas/slag instrumenten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan ik de toon van een muziekinstrument hoger of lager kan maken?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Welke geluiden hoor je?
  • Onderste gehoorgrens: laagste toon die je kan horen als mens: 20 Hertz
  • Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die je kan horen als mens: 20000 Hertz.
  • Gebied tussen de onderste en bovenste gehoorgrens heet: gehoorbereik

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

volgende les
lz. blz 171 t/m 175
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 10  
blz. blz 171 t/m 175

lz. blz 78 en 79
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 21 
blz 138 t/m 140

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

belangrijke termen
Trillen: Heen en weer bewegen. 
Frequentie:  Aantal trillingen per seconde. 
Hertz (Hz):  Eenheid die aangeeft wat de frequentie van een geluid is. 
Geluidssterkte:  hardheid van geluid
Decibel (dB): Eenheid die aangeeft hoe hard of zacht een geluid is.  
Onderste gehoorgrens: Laagste toon die je kan horen als mens: 20 Hertz
Bovenste gehoorgrens: Hoogste toon die je kan horen als mens: 20000 Hertz.
Gehoorbereik: Gebied tussen de onderste en bovenste gehoorgrens 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

2D
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

2a
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

2E
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

2C
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

2b
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Hoge en lage tonen.
Welkom
telefoon in de bak.
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 4.3
  • Ik ken de eenheid en de grootheid voor de toonhoogte van geluid.
  • Ik ken de eenheid en de grootheid voor de hardheid van geluid.
  • Ik kan uitleggen hoe ik de toonhoogte van snaar-, blaas- en slaginstrumenten kan veranderen.
  • Ik kan benoemen welke tonen een mens kan horen.
  • Ik kan benoemen welke tonen een aantal dieren kunnen horen. 
  • ik kan uitleggen hoe gehoor getest wordt.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

so volgende week
wanneer: 11 mei
So 4.3
blz 171 t/m 175
doelstelingen in som
wanneer: 11 mei
so 4.3
blz 78 en 79
doelstellingen in som

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

vragen?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

deze les
lz. blz 171 t/m 175
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 15 
blz. blz 171 t/m 176

lz. blz 78 en 79
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 21 
blz 138 t/m 141
timer
10:00

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De bekken van een drumstel trillen 1000 keer per seconde. Wat is de frequentie van de bekken.
A
10 Hz
B
100 Hz
C
1000 Hz
D
10000 Hz

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan ik de toon van een muziekinstrument hoger of lager kan maken?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

100 Hertz schrijf je als:

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Een snaar trilt 400 keer per seconde.
De frequentie van de trillende snaar is

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

De bekken van een drumstel trillen 1000 keer per seconde. Wat is de frequentie van de bekken.
A
10 Hz
B
100 Hz
C
1000 Hz
D
10000 Hz

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
T
frequentie
f
hertz
Hz
seconde
trillingstijd
s

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

Aan geluidsgolven kun je zien wat de toonhoogte van het geluid is.
Een hogere toon:
A
trilt minder vaak per seconde
B
trilt vaker per seconde
C
heeft een grotere uitwijking
D
heeft een kleinere uitwijking

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Een gitarist draait een snaar iets strakker. Wat gebeurt er met de toonhoogte?
A
Hoger
B
Lager
C
Blijft gelijk

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Toonhoogte is een kenmerk van geluid. Welk ander kenmerk is er nog meer?
A
Decibel
B
Geluidssterkte
C
Decibelmeter
D
Grootheid

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Sleep van lage toon naar hoge toon.
LAGE TOON
HOGE TOON
MIDDEN
TOON

Slide 50 - Drag question

This item has no instructions

waarom ligt de frequentie van een gehoortest tussen de 20 Hz en de 20000Hz?

Slide 51 - Open question

This item has no instructions

deze les
lz. blz 171 t/m 175
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 15 
blz. blz 171 t/m 176

lz. blz 78 en 79
Mk. 4.3 opdracht 1 t/m 21 
blz 138 t/m 141
timer
10:00

Slide 52 - Slide

This item has no instructions