3M 2.4 zwangerschap + 2.5 geboorte

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht zelfstandig stil (Zs)
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Wat is een ander woord voor eisprong?
2. Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus?
3. Op welke dag is de eisprong bij  een normale cyclus?
4. Waar vindt de bevruchting plaats?   


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen

timer
4:00

Slide 2 - Slide

Daarna nakijken klassikaal
Startopdracht zelfstandig stil (Zs)
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Wat is een ander woord voor eisprong?
2. Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus?
3. Op welke dag is de eisprong bij  een normale cyclus?
4. Waar vindt de bevruchting plaats?   


Antwoorden
1. Ovulatie
2. 28 dagen
3. Dag 14
4. In de eileider

Slide 3 - Slide

Daarna nakijken klassikaal
Thema 2 voortplanting
  • 2.1 Voortplantingsstelsel man
  • 2.2 Voortplantingsstelsel vrouw
  • 2.3 Veranderingen in de puberteit (tot menstruatiecyclus)
  • 2.3 Menstruatiecyclus en 2.4 bevruchting 
  • 2.4 Zwangerschap en 2.5 geboorte 
  • 2.6 Veilig vrijen
  • 2.7 Seksualiteit
  • 2.8 Erfelijkheidsonderzoek

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4 --> zwangerschap
  • Uitleg basisstof 5 --> geboorte
  • Video --> de bevalling (1 minuut)
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden na de bevruchting
  • Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
  • Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De bevruchting
Een kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel, 
dit vindt plaats in de eileider.

Innestelling: na ongeveer 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies. Dan is de vrouw zwanger.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling.
Het ongeboren kind heet de eerste 8 weken embryo
Hormoon HCG --> gele lichaam in stand en voorkomt rijping nieuwe follikels (eicellen)

2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Placenta
Op de plaats waar embryo is ingenesteld groeit de placenta/moederkoek. In de placenta zitten haarvaten (hele dunne bloedvaten waar gaswisseling plaats kan vinden).

Vruchtwater en vruchtvliezen beschermen het ongeboren kind.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Navelstreng
3 bloedvaten:
  • 2 navelstrengslagaders
  • 1 navelstrengader

Voedingstoffen en zuurstof gaan vanuit het bloed van de moeder naar het bloed van het kind via de navelstrengader

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Navelstreng
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen (komen vrij na een verbranding, dus in een baby vindt ook verbranding plaats!) 
gaan door de 2 navelstrengslagaders vanuit het bloed van het kind naar naar het bloed van de moeder.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tweelingen
Twee-eiige tweelingen:
  • Worden twee eicellen bevrucht
  • Beide klompjes cellen nestellen 
     zich in het baarmoederslijmvlies

Eeneiige tweelingen:
  • Ontstaat uit één bevruchte eicel
  • Losse klompjes cellen nestellen 
     zich in het baarmoederslijmvlies

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Placenta of placenta's?
Bij een 2-eiige tweeling; altijd twee placenta's.

Een 1-eiige tweeling kan 1 of of 2 placenta's hebben. Is de splitsing vóór innesteling dan 2 placenta's. Is de splitsing ná innesteling 1 placenta.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tweeling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De geboorte
  1. Indaling
  2. Ontsluiting
  3. Uitdrijving
  4. Nageboorte

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Geboorte: ontsluiting

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De geboorte: uitdrijving

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bevalling
Indaling: enkele weken voor de bevalling.

Tijdens de bevalling:
1. Ontsluiting; door weeën gaat de baarmoedermond open. 
2. Uitdrijving: sterke weeën, persweeen, de baby komt via de vagina naar buiten. 
3. Nageboorte: door 1 of meer weeën komt de placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Huiswerk

Lezen 2.4 
Maken opdracht 2 t/m 4 en 6, 7


Lezen 2.5 
Maken opdracht 1 en 2 


Slide 20 - Slide

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden na de bevruchting
  • Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
  • Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is een embryo?
A
een ander woord voor 'moederkoek'
B
een ander woord voor 'placenta'
C
het ongeboren kindje in de eerste 8 weken
D
het ongeboren kindje in de laatste 8 weken

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waar bevinden zich tijdens de zwangerschap bloedvaten van zowel de moeder als het ongeboren kind?

A
Alleen in de placenta
B
Alleen in de navelstreng
C
Zowel in de placenta als in de navelstreng
D
Alleen in de wand van de baarmoeder

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Embryo
Foetus
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Indaling

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling
Hetzelfde DNA
tweeling kan een jongetje en een meisje zijn
1 keer bevruchting
2 keer bevruchting
Verschillend DNA

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions