met schoenen en wieltjes

1 / 27
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieLager onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video


A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz


A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Dit bord betekent
A
dat je hier mag fietsen , maar niet stappen.
B
dat je hier mag stappen als voetganger , maar niet mag fietsen.
C
dat dit deel van de weg voor fietsers maar ook voor voetgangers is.

Slide 5 - Quiz

Dit bord betekent
A
Kijk hier is een tunnel.
B
Pas op hier is een tunnel.
C
Je moet door de tunnel rijden.

Slide 6 - Quiz

Dit bord betekent
A
Rechts afslaan verboden.
B
Hier moet je naar rechts.
C
Hier mag je niet door.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Welk bord ben ik?
A
'Pas op' bord
B
'Je mag niet' bord
C
'Je moet' bord
D
'Kijk hier is' bord

Slide 9 - Quiz

Welk bord ben ik?
A
'Pas op' bord
B
'Je mag niet' bord
C
'Je moet' bord
D
'Kijk hier is' bord

Slide 10 - Quiz

Welk bord ben ik?
A
'Pas op' bord
B
'Je mag niet' bord
C
'Je moet' bord
D
'Kijk hier is' bord

Slide 11 - Quiz

Welk bord ben ik?
A
'Pas op' bord
B
'Je mag niet' bord
C
'Je moet' bord
D
'Kijk hier is' bord

Slide 12 - Quiz

Wat moet er zeker aanwezig zijn op een veilige fiets.
A
een fietstas
B
een rood achterlicht
C
een fietsslot
D
een wit of geel voorlicht

Slide 13 - Quiz

Wat moet er zeker aanwezig zijn op een veilige fiets.
A
een snelbinder
B
een rode reflector achteraan
C
een witte reflector voorraan
D
reflectoren op de spaken

Slide 14 - Quiz

Wat moet je hier doen?
A
Je wandelt of loopt. Dan ben je er snel voorbij.
B
Je kijkt goed achterom en je stapt zo dicht mogelijk aan de rechterkant
C
Je steekt je arm uit voordat je hier voorbij wandelt.

Slide 15 - Quiz

Wat doet de voetganger fout?

Slide 16 - Open question

Wat doet de voetganger fout?

Slide 17 - Open question

Ik moet met mijn rolschaatsen op het fietspad rijden als ik heel snel ga.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Als ik met mijn step heel snel ga , rij ik op het fietspad.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Ik mag op het voetpad tonen welke kunstjes ik allemaal kan met mijn skateboard.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Een fietshelm is verplicht als ik ga steppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Een fietshelm en kniebeschermers zijn veilig als ik ga steppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Mijn zusje van vijf mag op het fietspad fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste benaming. Kies uit: rijbaan, voetpad, fietspad, berm

Slide 24 - Open question

Kies de juiste benaming. Kies uit: rijbaan, voetpad, fietspad, berm

Slide 25 - Open question

Kies de juiste benaming. Kies uit: rijbaan, voetpad, fietspad, berm

Slide 26 - Open question

Ik begrijp alle leerstof.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll