Deeltaak 4 week 2 les 1 mavo 3

Welkom! Ga in je team zitten aub.

Lilav
Nomi
Julie
Mariët


Doortje
Mia
Lucie
Robin

Naomi
Anna
Robine
Silas
Dani
Loran
Yaquin

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsmavoLeerroute MLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom! Ga in je team zitten aub.

Lilav
Nomi
Julie
Mariët


Doortje
Mia
Lucie
Robin

Naomi
Anna
Robine
Silas
Dani
Loran
Yaquin

Slide 1 - Slide

Welkom! Ga in je team zitten aub.

Nienke
Luka
Marleen
Rivka


Joudi
Vera
Duko
Damian

Joost
Senne
Faye
Robine
Sara
Charlotte
Kestin
Olger
Jessy
Kevin
Ciara
Jelia
Ilan
Arhat
Niels
Floortje

Slide 2 - Slide

MAVO 3
Deeltaak 4
Week 2
les 1

Slide 3 - Slide

Vanaf nu: meer groepswerk
  • meer leren (wetenschappelijk bewezen)
  • samenwerken (gezellig, sociaal)
  • van elkaar leren (elkaar helpen)
Jullie zitten in vaste teams, deze wijzigen in deeltaak 5

  • Ik heb teams gemaakt.
  • Ik laat de indeling zo zien.
  • Jullie gaan dan in je team zitten.

Slide 4 - Slide

Welkom! Ga in je team zitten aub.

Lara
Rosalie
Serena
Noa
Rachel


Hugo
Mick
Nina
Yrsa
Sade

Wu
Fabio
Avi
Noah
Rilana
Kyra
Stan
Nika

Slide 5 - Slide

Heute:
Marburg- und Märchenstunde!
Text Aufgabe 12 und 14 mit Fragen!

Thema: Märchen (sprookjes)

Lernziele:
  • lezen - woorden uit de context begrijpen
  • lezen - de inhoud in grote lijnen begrijpen
  • samenwerken - na elkaar luisteren
  • samenwerken - elkaar om hulp vragen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welche Märchen kennst du?

Schrijf samen op het vel papier welke sprookjes jullie kennen - maak een gezamenlijke lijst
timer
4:00
Teamopdracht: 4 minuten

Slide 8 - Slide

Typisch Märchen
* Vaste beginzin: Es war einmal... (er was eens...)
* Charaktereigenschaften: arm - reich, schön - hässlich
* Es ist Phantasie: Hexe, Elfen, Feen, sprechende Tiere
* Zahlen spielen eine wichtige Rolle, vor allem 3 und 7
* Es gibt Sprüche, Lieder und Verse
*Hauptperson wird eine Aufgabe gestellt, die sie lösen muss 
* Die Hauptperson ist der Held / die Heldin
* Die Geschichte endet glücklich und hat eine Moral
*Und wenn sie nicht gestorben sind, dann leben sie noch heute

Slide 9 - Slide

Marburg = Märchenstadt

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Seite 22 bitte!
Nu hebben jullie een kleine indruk en gaan we de tekst lezen. 
Tijdens het lezen:
-Onderstreep woorden in de tekst die je echt niet kent.
- Noteer je de vertaling van woorden die ik geef in je boek!

Teamopdracht: lezen (15 min)
Seite 22 bitte!
We lezen samen de introductie  
   
       Verdeel de tekst tussen de teamleden:
persoon 1 leest 1+2                       persoon 3 leest 5+6
persoon 2 leest 3+4                     persoon 4 leest 7+8

       Maak samen de opdrachten bij 13 en 12b

woordhulp:
verwandeln = transformeren
Stände = kraampjes
Schnitzeljagd = speurtocht


Slide 13 - Slide

antwoorden opdracht 13

herunterladen = downloaden
neben = naast
die Auswahl = de keuze
der Wettbewerb = de wedstrijd
jeweils = telkens
die Umwelt = het milieu
unterhalten = entertainen

Slide 14 - Slide

antwoorden opdracht 12b

2.
Festgelände = feestterrein
Bühne = podium
Schloss = kasteel
Ufer = oever
Kirche = kerk
Bootsstrecke = vaarroute


3.
5 Marburger Automobilausstellung
8 Sport und Spaß
3 Leckeres entdecken und genießen
6 Großes Livemusik-Programm
2 Mode und mehr
7 IlikeFoto!
4 Neue Talente
1  Interaktive Schnitzeljagd

Slide 15 - Slide

Brüder Grimm (1785-1860) lebten und studierten in Marburg
Verzamelden en herschreven volksverhalen => Märchen

Slide 16 - Slide

Aufgabe 14: Landeskunde
Seite 25


  • Lees de tekst en beantwoord de vragen.
  • Werk samen of alleen.
  • Hulp nodig? Vraag eerst je teamleden!
  • Klaar? Ga aan je bouwstenen werken of woordjes leren
 
woordhulp:
sammeln = verzamelen
also = dus
überarbeiten - bewerken/herzien
außerdem - bovendien
verfassen - schrijven
Trimm-Dich-Pfad = fitness pad





Slide 17 - Slide

Heute:
Marburg- und Märchenstunde!
Text Aufgabe 12 und 14 mit Fragen!

Evaluatie. Hoe is het gegaan? 

Lernziele:
  • lezen - woorden uit de context begrijpen
  • lezen - de inhoud in grote lijnen begrijpen
  • samenwerken - na elkaar luisteren
  • samenwerken - elkaar om hulp vragen

Komende week: kleine woordjestoets - wat weet je al?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide