Nask 4TL 10.4 Rekenen aan hefbomen

10.4 Rekenen aan hefbomen
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §10.4
  • instructie §10.4
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

10.4 Rekenen aan hefbomen
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §10.4
  • instructie §10.4
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


Slide 1 - Slide

10.4 Rekenen aan hefbomen
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §10.4
  • instructie §10.4
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


Slide 2 - Slide

Vragen §10.3

Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

De kist heeft een gewicht van 1000 N. Hoe groot is de benodigde spierkracht?
1000 N
500 N
333 N
250 N
200 N
500 N

Slide 5 - Drag question

§10.4 - Je leert
  • uitleggen hoe je een hefboom in evenwicht brengt. 
  • hoe je berekent hoe groot de werkkracht van een hefboom is
  • hoe de momentenwet werkt

Slide 6 - Slide

Het moment van een kracht
Een hefboom heeft een draaipunt (midden moer)
Je spierkracht werkt over een grote arm (loodrechte afstand van de kracht tot het draaipunt). De kracht op de moer is groot, want deze heeft een kortere arm




Slide 7 - Slide

Het moment van een kracht
moment = kracht   x   arm
M=F  l
F  lM

Slide 8 - Slide

De arm is de loodrechte afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 9 - Slide

Even oefenen
Dries draait de moer van het wiel van zijn fiets vast met een steeksleutel. Volgens de verkoper van de fiets mogen de moeten worden vastgedraaid met een maximaal moment van 80 Nm.

Bereken de kracht waarmee Dries zijn
wiel vast zet.

Slide 10 - Slide

Even oefenen
G: M = 80 Nm,      l = 0,2 m
G: F = ? N

F: 

B:

A: De aandraai kracht is 400 N
M=F  l
F=lM
F=0,280=400

Slide 11 - Slide

Rekenen aan hefbomen in evenwicht
Mlinksom=Mrechtsom
F1
F2
l1
l2
F1  l1=F2  l2

Slide 12 - Slide

Rekenen aan hefbomen in evenwicht
Lisette (26 kg) en haar moeder zitten op 
een wip. De wip is in evenwicht.

a. Bereken de zwaartekracht op Lisette.
b. Bereken de zwaartekracht op Anneke.
c. Bereken de massa van Anneke

Slide 13 - Slide

Rekenen aan hefbomen in evenwicht a.
a. Bereken de zwaartekracht op Lisette.
Fz=m  g=26  10=260 N

Slide 14 - Slide

b. Bereken de zwaartekracht op Anneke







De zwaartekracht op Anneke is 866,67 N
FL  lL=FA  lA
260  1,5=FA  0,45
FA=0,45390=866,67
390=FA  0,45

Slide 15 - Slide

Rekenen aan hefbomen in evenwicht a.
a. Bereken de massa van Anneke.





De massa van Anneke is 86,67 kg
Fz=m  g
m=gFz
m=10866,67=86,67

Slide 16 - Slide

Rekenen aan hefbomen in evenwicht
Astrid knipt en spijker door met een kracht van (tweemaal) 10 N

Bereken de kracht op de spijker.

Slide 17 - Slide

Rekenen aan een hefboom in evenwicht






De kracht op de spijker
is 100 N.
F  l=F  l
F  2,5=20  12,5
F=2,520  12,5=100
Mlinksom=Mrechtsom

Slide 18 - Slide

Rekenen aan hefbomen
  • Bij een hefboom heeft elke
    kracht zijn eigen arm.

Slide 19 - Slide

Rekenen aan een hefboom in evenwicht





Bereken de onbekende massa.

Slide 20 - Slide

Rekenen aan een hefboom in evenwicht
F  l=F  l+F  l
F  5=50  2 +100  4
F=550  2 +100  4
F=100 gr

Slide 21 - Slide

Is de hefboom in evenwicht?

F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
A
De hefboom is in evenwicht.
B
De hefboom is niet in evenwicht.

Slide 22 - Quiz


Is de hefboom in evenwicht?
F1×l1=F2×l2

Slide 23 - Open question

Aan de slag!

  • Lezen §10.4 uit je boek

  • Maak de reguliere opgaven



Slide 24 - Slide

Wat weet je al???

Slide 25 - Slide

§10.4 - Je kunt
  • uitleggen hoe je een hefboom in evenwicht brengt. 
  • berekenen hoe groot de werkkracht van een hefboom is
  • de momentenwet toepassen

F1  l1=F2  l2

Slide 26 - Slide


De leerdoelen waren voor mij duidelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Kun je uitleggen hoe je een hefboom in evenwicht brengt?
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 28 - Poll

Kun je berekenen hoe groot de werkkracht van een hefboom is?
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 29 - Poll

Kun je de momentenwet toepassen?
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 30 - Poll