Anders nog iets?
1 / 16
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Koper
Verkoper
Kan ik u helpen?
Dat is 6.50 samen
Mag ik ?
Zegt u het maar?
Nee verder niets.
Anders niets?
Slide 4 - Drag question
Wie zie je hier?
A
de groenteboer
B
de slager
C
de bakker
D
de visboer
Slide 5 - Quiz
wie zie je hier?
A
de bakker
B
de slager
C
de groeteboer
D
de visboer
Slide 6 - Quiz
Zet in de goede volgorde:
Zegt u 't maar? - Nee dank u. - Dat is 6 euro samen - Kan ik u helpen? - Ja mag ik... - Anders nog? - .
Zegt u 't maar? - Nee dank u. - Dat is 6 euro samen - Kan ik u helpen? - Ja mag ik... - Anders nog? - .
Slide 7 - Open question
Mag ik een ........tomaten
A
een fles
B
een pond
C
een zak
D
een liter
Slide 8 - Quiz
Wie zie je hier?
A
visboer
B
groenteboer
C
slager
D
bakker
Slide 9 - Quiz
Wie zie je hier?
A
bakker
B
slager
C
visboer
D
groenteboer
Slide 10 - Quiz
Welk werkwoord past hier.......
Kan ik u ...................?
Kan ik u ...................?
A
helpen
B
graag
C
zeggen
D
passen
Slide 11 - Quiz
Welk woord past hier het beste?
Hoeveel .............. dat?
Hoeveel .............. dat?
A
heeft
B
verkoopt
C
is
D
zegt
Slide 12 - Quiz
De muziekwinkel
De bakker
de drogist
Slide 13 - Drag question
Wat zeg je?
een ............. shampoo.
een ............. shampoo.
A
een pak
B
een fles
C
een blik
D
een zak
Slide 14 - Quiz
Wat zeg je?
Een ................. tomaten.
Een ................. tomaten.
A
een fles
B
een doos
C
een blik
D
een pot
Slide 15 - Quiz
Wat zeg je?
Een ............ melk.
Een ............ melk.
A
pot
B
zak
C
blik
D
pak
