1. Bekijk de titel en het plaatje. Waar zal de tekst over gaan?
2. Over wie gaat het in de tekst?
3. Wanneer is Luna naar de bioscoop geweest?
4. Wat vindt Luna van het huiswerk wiskunde?
5. Wat heeft Tom in het weekend gedaan?
6. Waarom heeft hij het over monsieur Petit?
7. Wie is monsieur Petit?