6. April/Kapitel 5 Zukunft/Ausstellung/e-i Wechsel

Startaufgabe: 

Setzt euch ruhig hin
Nimmt eure Sachen
Macht die Aufgabe rechts
Ihr dürft keine Fragen stellen
Welche Wörter werden hier ausgebildet? (K5)
timer
5:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Startaufgabe: 

Setzt euch ruhig hin
Nimmt eure Sachen
Macht die Aufgabe rechts
Ihr dürft keine Fragen stellen
Welche Wörter werden hier ausgebildet? (K5)
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Was werden wir heute machen?
  • je leert de vervoeging van het sterke werkwoord met -e in de stam
  • je gaat aan de slag met opdrachten van K5 en je museum 

Slide 2 - Slide

Wie?
Instruktion
üben
Selbständig arbeiten


Slide 3 - Slide

Noteer de vervoegingen van het werkwoord 'lernen':
ich ................
du.................
er/sie/es/man/wer .....................
wir .........................
ihr .....................
sie/Sie ..................
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Lernen
ich lerne
du lernst
er/sie/es/man/wer lernt
wir lernen
ihr lernt
sie/Sie lernen

Slide 5 - Slide

Noteer nu de vervoeging van het werkwoord 'sehen'
ich.....                                              wir ............        
du .............                                 ihr ................
er/sie/es/man/wer.........        sie/Sie ............

timer
1:00

Slide 6 - Slide

lernen = zwak of sterk?
sehen = zwak of sterk?

Slide 7 - Slide

lernen (zwak)

ich lerne
du lernst
er/sie/es/man/wer lernt
wir lernen
ihr lernt
sie/Sie lernen
sehen (sterk)

ich sehe
du siehst
er/sie/es/man/wer sieht
wir sehen
ihr seht
sie/Sie sehen

Slide 8 - Slide

sprechen (sterk)

ich spreche
du sprichst
er/sie/es/man/wer spricht
wir sprechen
ihr sprecht
sie/Sie sprechen
sehen (sterk)

ich sehe
du siehst
er/sie/es/man/wer sieht
wir sehen
ihr seht
sie/Sie sehen

Slide 9 - Slide

Regel sterke werkwoorden met e in de stam?
Sprechen: korte e = wordt i
Sehen: lange e = wordt ie

Alleen bij 2de en 3de persoon enkelvoud

Slide 10 - Slide

Regel sterke werkwoorden met a in de stam?
Ich fahr...
du ......
er .........

Slide 11 - Slide

Regel sterke werkwoorden met a in de stam?
- vervoeging als zwakke werkwoorden
- bij du en er (2de en 3de pers. e.v)  ä
ich fahre
du fährst
er fährt

Slide 12 - Slide

Uitzondering:
werkwoorden waarvan stam eindigt op -d of -t:

Antworten (zwak)
du antwortest
er/sie/es/man/wer antwortet




Halten (sterk)
du hältst
er/sie/es/man/wer/ hält

Slide 13 - Slide

Extra uitleg werken met naamvallenschema
Verplicht voor iedereen. Kiezen uit:

wo 6 april: 1ste flexuur 8.10 uur (niet aanwezig: Jamie, Kjeld, Djahlin, Koen, Yasmine: sluiten morgen aan)

do 7 april: 1ste flexuur: 8.10 uur (zie It's)



Slide 14 - Slide

Afspraken
- die Ausstellung: am 14. April oefenen met spreekvaardigheid voor mondeling
- Mondeling: zie It's / bronnen (1, 2, 8 (9) juni)


Slide 15 - Slide

Aan de slag met
- Kapitel 5 Zukunft: Aufgaben nach Wahl
- die Ausstellung am 14. April


Slide 16 - Slide

Afsluiting les
- op welke manieren worden sterke werkwoorden met 'e' in de stam anders vervoegd dan zwakke werkwoorden?
- op welke manieren worden sterke werkwoorden met 'a' in de stam anders vervoegd dan zwakke werkwoorden?

Slide 17 - Slide