This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
c.hakverdi@ooz.nl
Slide 1 - Slide
Vandaag
Leerdoelen
Uitleg §2.1 Consumeren is kiezen
Zelfstandig werken aan huiswerkopdrachten
Terugblik op leerdoelen
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling:
Aangeven wat behoeften zijn.
Het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.
Uitleggen wat consumeren is.
Uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd.
Slide 3 - Slide
Uitleg §2.1 Consumeren is kiezen
Slide 4 - Slide
Behoeften
Het gemis van iets wat je graag wilt hebben of wilt doen.
Lotte heeft een grote passie voor tekenen, maar haar tekenmaterialen zijn versleten en niet goed meer. Ze heeft behoefte aan nieuwe tekenmateriaal, zodat ze haar hobby goed uit kan oefenen.
Slide 5 - Slide
Consumeren
Een behoefte vervullen.
Door de nieuwe materialen te kopen, heeft Lotte geconsumeerd, want ze heeft een product aangeschaft om haar behoefte aan goede tekenmaterialen te vervullen.
Slide 6 - Slide
Produceren
Iets doen of maken voor het vervullen van een behoefte.
Lotte zocht advies over welk schetsboek ze moest kopen. In de winkel legde de medewerker de verschillende opties uit. Zo produceerde de medewerker door Lotte te helpen bij het vervullen van haar behoefte aan een geschikt schetsboek.
Slide 7 - Slide
Schaarste in middelen Schaarste in tijd
De tijd om te kunnen consumeren is beperkt, want een dag telt nu eenmaal niet meer dan 24 uur.
Doordat de tijd schaars is, moeten consumenten kiezen uit hun behoeften.
Niemand kan al zijn behoeften bevredigen. Er blijven altijd onvervulde wensen. Economen spreken van schaarste.
Bij schaarste in middelen zijn er niet genoeg middelen om in alle behoeften te voorzien.
Slide 8 - Slide
Zelfstandig werken aan huiswerkopdrachten
Alle opdrachten maken van §2.1 Consumeren is kiezen . (Opdracht 1t/m 12 ).
Slide 9 - Slide
Terugblik op leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling:
Aangeven wat behoeften zijn.
Het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.
Uitleggen wat consumeren is.
Uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd.