Lampje branden (elektriciteit)

Doe!
Thema: Lampje branden (elektriciteit)
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Doe!
Thema: Lampje branden (elektriciteit)
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili

Slide 1 - Slide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent aan het begin van de les geregistreerd worden. 

Ben je te laat?
Aan het eind van de les is het JOUW verantwoordelijkheid om bij de docent aan te geven dat je te laat was zodat dit aangepast wordt in SOM2day. 

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
  • Lesdoelen
  • Wat is ............... ? 
  • Voorkennis activeren
  • Klein stukje theorie
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Nabespreken
  • Tips en tops
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van deze lessenreeks heb jij kennisgemaakt met elektriciteit en kan jij hier veilig mee omgaan.

  2. Aan het eind van deze les kan jij door middel van verschillende materialen een lampje laten branden.

Slide 4 - Slide

Wat betekent het woordje circuit? Zoek dit even op!

Slide 5 - Mind map

Wat is elektrisch circuit?
Elektrisch circuit werkt als volgt:

Batterij → draad → lampje → schakelaar → terug naar batterij).

Slide 6 - Slide

Welke materialen heb je nodig voor deze opdracht?
Materialen (per leerling):

  • Batterijhouder voor AA-batterijen.
  • 2 AA-batterijen.
  • Klein lampje (bijvoorbeeld een LED-lampje).
  • 2 krokodillenklemmen.
  • Koperdraad (30 cm per leerling).
  • Schakelaar (eenvoudig model, bijvoorbeeld tuimelschakelaar).
  • Isolatietape.
  • Veiligheidsbrillen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Mind map


A

Slide 11 - Quiz

Wat is dit voor gereedschap?
A

Slide 12 - Quiz


A

Slide 13 - Quiz


A

Slide 14 - Quiz

Opdracht: Ontdek verschillende gereedschappen
Je gaat zelf op zoek naar verschillende gereedschappen en leert waar ze voor gebruikt worden. 

Loop rond in het lokaal en zoek naar minstens 5 verschillende gereedschappen. Kijk goed naar het gereedschap en schrijf op:

  1. De naam van het gereedschap.
  2. Wat je denkt dat het doet (bijvoorbeeld: een hamer wordt gebruikt om spijkers in hout te slaan).
  3. Waar je dit gereedschap in het dagelijks leven zou kunnen gebruiken.

Welke gereedschappen heb je thuis?


Slide 15 - Slide

Wat heb ik geleerd over gereedschappen?
Na de zoektocht bespreekt de klas samen de gevonden gereedschappen. Beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke gereedschappen kende je nog niet?
  2. Welke gereedschappen heb je weleens zelf gebruikt en waarvoor?
  3. Met welke gereedschap wil je graag leren werken?


Slide 16 - Slide

Gereedschap & veiligheid
Waarom is het belangrijk om gereedschap goed te bewaren?

  1. Veiligheid: Het voorkomt ongelukken.
  2. Gemak: Je werkt sneller als je alles makkelijk kunt vinden.
  3. Overzicht: Je weet meteen wat je hebt en wat je mist.

Waar ligt thuis jullie gereedschap?








Dit ga je voorbereiden in een groep van drie leerlingen!


Slide 17 - Slide

Opdracht 1: Schets gereedschapsbord maken
Schets een ontwerp van een gereedschapsbord waarop jij de 5 gevonden gereedschappen handig en overzichtelijk organiseert.

Denk aan waar je elk gereedschap ophangt en hoe je het makkelijk kunt pakken.

Teken je bord op papier en kleur het in.
Zorg voor labels zodat je weet waar elk gereedschap hoort.

Slide 18 - Slide

Opdracht 2: Gereedschapsbord maken
Je gaat een eigen gereedschapsbord ontwerpen én bouwen. Dit bord moet niet alleen functioneel zijn, maar ook creatief en origineel. 

Je gebruikt verschillende materialen en technieken om jouw bord vorm te geven.

Bedenk welke materialen je nodig hebt voor je gereedschapsbord, welk gereedschap wil je ophangen?

Slide 19 - Slide

Materialen
Materialen die je kunt gebruiken voor je ontwerp:

  • Karton of hout (voor de basis van het bord).
  • Touw, haken of elastiek (om de gereedschappen vast te maken).
  • Verf, stiften, stickers (om je bord te versieren).
  • Knutselmateriaal zoals lijm, schaar en papier.

Slide 20 - Slide

Gereedschapsbord bouwen
Gebruik de materialen die beschikbaar zijn om het bord fysiek te maken:

Zorg ervoor dat elk gereedschap een vaste plek heeft op het bord.

Gebruik verschillende knutseltechnieken om het bord mooi en stevig te maken (bijv. lijmen, knippen, schilderen).

Slide 21 - Slide

Creatieve touch
Voeg een creatieve touch toe aan je gereedschapsbord:

Gebruik kleuren die bij het thema passen (bijvoorbeeld gereedschap dat je gebruikt voor bouwen, maak het bord in de vorm van een bouwhelm of gereedschapskist).

Gebruik decoraties zoals labels, symbolen of kleine tekeningen die aangeven welk gereedschap waar hoort.

Slide 22 - Slide

Presenteer je gereedschapsbord
Presenteer je creatieve gereedschapsbord aan de klas. 

  1. Waarom je deze materialen en indeling hebt gekozen.
  2. Wat het creatieve idee achter jouw bord is.
  3. Hoe je ervoor hebt gezorgd dat het bord functioneel en origineel is.

Slide 23 - Slide

Beoordeling
Je gereedschapsbord wordt beoordeeld op:

  • Creativiteit: Heb je een originele en opvallende vorm en indeling gebruikt?
  • Functionaliteit: Is het bord praktisch en goed georganiseerd?
  • Gebruik van materialen: Heb je slim gebruikgemaakt van de beschikbare materialen?

Slide 24 - Slide

Nabespreken gereedschapsbord
Beantwoord de onderstaande vragen:

  1. Wat vond je het leukst aan het maken van je gereedschapsbord?
  2. Welke gereedschappen heb je gekozen en waarom?
  3. Hoe heb je ervoor gezorgd dat je bord veilig en overzichtelijk is?
  4. Welke creatieve elementen heb je toegevoegd aan je ontwerp en waarom?
  5. Wat was het moeilijkste aan deze opdracht? Hoe heb je dit opgelost?
  6. Hoe zou je het gereedschapsbord nog verder kunnen verbeteren?
  7. Wat heb je geleerd over het gebruik en organiseren van gereedschappen tijdens deze opdracht?

Slide 25 - Slide

Tips en tops
  1. Wat vond je het beste aan deze les?
  2. Heb je tips voor anderen?
  3. Wat zou je anders willen zien in de les?
  4. Zijn er dingen die je hebt geleerd die je zou willen delen?

Slide 26 - Slide

Evaluatie 
Vul je evaluatieformulier individueel in:
Wat ging goed tijdens de les?
Wat kan beter de volgende les?

Denk aan:
Je houding en motivatie
Het lesgeven van de docent

Slide 27 - Slide